De opzetmast, gebezigd bij het bouwen van een hangbrug van 85 m overspanning, was samengesteld uit 5 raamwerken van 6 voet en had, met inbegrip van de beide puntstukken, een totale lengte van 43 voet met een gewicht van 630 kg. De beide houten jukken van de hangbrug, samengesteld bij gebrek aan voldoende raamwerken uit hout van 40 X 40 cm, werden met deze eene opzetmast van één zijde opgetrokken, waartoe de mast in de as van de brug op 1 m afstand van het dichtstbijzijnde juk was geplaatst. De jukken wogen ieder 2 ton, zoodat de mast nog lang niet ten volle belast was, aangezien ze 8 a 10 ton kon dragen. De vele proeven, die met de raamwerken genomen zijn, hebben de groote bruikbaarheid bewezen, terwijl ze bovendien het grbote voordeel hebben, dat ze door hun geringe gewicht en kleine afmetingen onder de moeilijkste omstandigheden zoo gemakkelijk vervoerbaar zijn, terwijl lange en zware houtwerken daarbij dik wijls zeer groote bezwaren opleveren. 11. Heimachine. Aan het betrekkelijke artikel wordt het volgende ontleend over de „Portable Pile Driver, Model 1925", een stoomheimachine in gebruik bij het Amerikaansche leger, die voor toepassing in ons leger wellicht in gewijzigden vorm (bv. het stoomvermogen ver vangen door handenarbeid, gepaard gaande met een evenredig lichtere en eenvoudigere constructie) in aanmerking zou kunnen komen, omdat zij mij zoo buitengewoon handig en praktisch voor komt en wij nog steeds niet over een goede heistelling beschik ken (vgl. W.J. 1931, sub 11-3, blz. 152 en 157). De heimachine is zoodanig geconstrueerd, dat ze in zes deelen uiteengenomen en zoo op evenveel vrachtauto's vervoerd kan worden, terwijl ze verder gekenmerkt wordt door drie karakteris tieke eigenschappen, en wel 1. De wijze van werken. De machine loopt over spoorrails en heit vóór den kop van de brugconstructie, daarbij geleidelijk vorderende door achter zich de rails op te nemen en die weer voor zich uit neer te leggen. Wanneer een rij palen voor een juk is ingeheid, worden de koppen machinaal op de vereischte hoogte afgezaagd en van een sloof voorzien. De rails, welke de machine achter zich opneemt, worden door kranen naar voren gezwaaid en geplaatst op het voor gaande en op het pas geheide juk. De machine kan dan weer een vak naar voren gaan om een nieuwe juk te heien. 2. De geleidstaven zijn volgens het c a n t i 1 e v e r s y s t e e m geconstrueerd, d.w.z. zij hangen aan een kraanconstructie juist één vaklengte (15 voet) vóór de machine, waardoor de sub 1 reeds beschreven wijze van vooruitgaan mogelijk ge maakt wordt. 841

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 67