4ULu,. ^Brfl De vullingbus zat direct aan het gelaatstuk vastgeschroefd en was dus verwisselbaar. Aanvankelijk waren bij deze maskers de vullingbussen gevuld met chemicaliën, die bepaalde gassen door ontleding onschadelijk maakten. Hetzelfde bezwaar als van de Cagoules gold dus ook hiervoor, n. 1. dat hierdoor slechts tegen bepaalde gassoorten bescherming werd verkregen. Later werden de vullingbussen dan ook algemeen gevuld met z. g. „geactiveerde kool", een stof, die de eigenschap bezit om gassen in het algemeen, op te slorpen, vast te houden, of te adsor- beeren, zooals dat heet. Wat gasdichte afsluiting betreft, waren deze maskers verre van volmaakt te noemen; immers is een gasdichte afsluiting ter weers zijden van den neus, door de geprononceerde overgangen van dit orgaan naar het gelaat en ook door de groote verscheiden heid van uiteenloopende vormen van dit orgaan, haast onmogelijk te bereiken, terwijl men weer verviel in de oude bezwaren, die een aparte bril voor de oogen met zich meebracht, n. 1. het op treden van gas-lekken op die plaatsen Toch hebben de Engelschen dit maskertype gedurende twee jaren in min of meer gewijzigden vorm gehandhaafd, en ook in het Hollandsche Leger is dit gasmasker langen tijd gebruikt (mas ker B en C). De vullingbus, waarvan dit maskertype voorzien was, vormde al een groote verbetering en dit systeem werd dan ook overal toegepast. Echter waren de bussen, door hun directe bevestiging aan het gelaatstuk, aan een bepaalde grootte gebon den. Een volumineuze vullingbus toch zou het uitzicht en de bewegingen van het hoofd ernstig belemmeren, terwijl door het gewicht gevaar bestond voor scheeftrekken van het gelaatstuk, waardoor weer gaslekken zouden ontstaan. Door deze beperking in grootte werd automatisch de „levens duur" der bussen begrensdherhaaldelijk moest vernieuwing plaats hebben, omdat de bussen uitgewerkt waren. TTluiM-nj- TflcuJuA, 850

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 76