Van in- of uitademingsventielen was bij de eerste bussen nog
geen sprake zoowel het in- als het uitademen geschiedde gewoon
door de vulmassa van de bus héén, waardoor de vulling spoedig
bedorven raakte en haar vermogen om gassen te adsorbeeren of
te ontleden, verloor. (Pendelatmung)
Men zocht nu in de eerste plaats naar systemen, waarbij een
betere gasdichte afsluiting over het gelaat kon worden verkregen;
als resultaat van deze onderzoekingen ontstonden de z. g. „half-
maskers", waarvan het gelaatstuk een ajsluitlijn had, die over het
voorhoofd, via de slapen, langs de wangen en öp of ónder de
kin liep. Ons tegenwoordige gasmasker A. is o. a. van hetzelfde
type, dus ook een halfmasker. (De naam „halfmasker" is in tegen
stelling met de „heele" maskers gebruikt, die heelemaal over het
hoofd heen worden aangetrokken, zooals b. v. de Fransche „Ca-
goules", de tegenwoordige Russische en de Roemeensche gas
maskers doch welke laatste van een vullingbus zijn voorzien).
Met de halfmaskers werd inderdaad een betere gasdichte af
sluiting verkregen, ook al omdat de aparte brillen vervielen en
de oogglazen thans in het gelaatstuk zelve konden worden aan
gebracht.
Aanvankelijk zaten de vullingbussen hierbij nog direkt aan het
gelaatstuk vast, zooals vroeger bij de muilkorf-typen, maar de
dringende behoefte aan grootere en zwaardere vulllngbussen, die
langdurige bescherming moesten kunnen geven tegen een zoo
groot mogelijk aantal gas-soorten, maakte het noodzakelijk om
de vullingbussen op een andere wijze aan het gelaatstuk te be
vestigen.
Zoo ontstonden de verbindingsslangen, die de apart medege
voerde en opgeborgen vullingbussen verbonden aan het gelaatstuk,
via een mondstuk.
Tevens werden ventielen aangebracht, die den luchtdoorgang
bij het in- en uitademen regelden en inademingsventielen of uit
ademingsventielen genoemd werden, afhankelijk van hun functie.
Talrijke systemen, meer of minder deugdelijk, zijn hiervan in toe
passing gebracht, die naar den vorm te onderscheiden zijn in
ronde, schijfvormige-, ruitvormige-, vlindervormige-, enz. ventielen.
De materialen, waaruit zij vervaardigd zijn, loopen eveneens uit
een, hoewel rubber wel het meest wordt gebruikt. In hun functie
zijn zij echter alle hetzelfde, zij moeten n. 1. zorgen, dat bij het
inademen de buitenlucht alleen door de vullingbus heen de longen
kan bereiken, terwijl bij het uitademen de verbruikte lucht direct
het masker moet verlaten en niet door de vulmassa heen mag
gaan.
De ventielen in het algemeen moeten aan enkele zeer voorname
eïschen voldoen, n. 1.zoo min mogelijk weerstand hebben, dus
de ademhaling zoo min mogelijk belemmeren absoluut niet „lek
ken" (dit geldt vooral voor uitademingsventielen weinig kwets
baar en duurzaam zijn en toch gemakkelijk verwisselbaaron-
851