middellijk kunnen overgaan van geopenden in gesloten stand (geen z. g. „doode gang" vertoonen). Dit laatste voornamelijk voor «//ademingsventielen. Een uitademingsventiel toch, dat na geopend te zijn bij de uitademing, niet onmiddellijk sluit bij het begin der eerstvolgende inademing, laat de buitenlucht en daarmede de daarin aanwezige gassen, bij het inademen dóór, waarbij de man dus bij iedere ademhaling een weinig gas binnenkrijgt, hetgeen op den duur bij cumulatief werkende gassen noodlottig kan worden. Bij de voor ons Gasmasker A. toegepaste ventiel-constructie, die aan alle bovengenoemde eischen ruimschoots voldoet, (geringe weerstand, groot gasdichtingsoppervlak, totale afwezigheid van „doode gang", duurzaam, weinig kwetsbaar en gemakkelijk ver wisselbaar), mogen wij gerust spreken van een superieure constructie. Gasdichte Afsluiting der Maskers. Hoewel met de invoering van bovenbedoelde „halfmaskers" de mogelijkheid tot een betere gasdichte afsluiting werd geschapen, (gunstiger afsluitlijn over het gelaat), zocht men nog steeds naar verbeteringen aan het gelaatstuk en wel op die plaatsen, waar het gelaatstuk de aansluiting moest bewerkstelligen, dusaan den tand. Men moest n. 1. rekening houden met den eisch, dat een gasmasker gedurende zeer langen tijd onafgebroken gedragen moest kunnen worden, zonder dat de man er hinder van zou ondervinden, doordat b. v. hoofdpijn of schrijnen van de huid zou optreden vanwege het te stijf drukken van den gasmasker-rand op voorhoofd of gelaat. Dit zocht men te bereiken door den rand van het gelaatstuk een bolle, half-bolle of platte verdikking te geven, door een zachte of veerkrachtige stof er voor te bezigen (zacht rubber, sponsrubber e. d.) of door het aansluitingsvlak te vergrooten. Zoo een verdikking noemt men binnenrand of bin- nenraam. Bij ons gasmasker A. is een ideale afsluitingswijze verkregen door den binnenrand van het gelaatstuk van een klein percentage der modellen 1931 te vervaardigen van half-bolvormig spons rubber, waardoor een soepele, niet-hinderlijke en absoluut gas dichte afsluitingswijze werd bereikt Ook voor de meest uiteen- loopende gelaats-typen (hoekige, «//stekende jukbeenderen, gelaten met holle, ingezonken wangen, door één der deelnemers a/d gas- cursus „malaise-gezichten" genoemd!, en geplooide of gerimpelde wangen) is door de toepassing van deze sponsrubberen rand, in combinatie met de soepelheid van het gelaatstuk en de verschil lende taille-maten, een volkomen gasdichte afsluiting mogelijk geworden. De Vullingbussen. Zooals wij reeds zagen, ontstond door de toepassing van tel kens weer nieuwe soorten van oorlogsgassen de behoefte aan 852

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 78