makkelijk links en rechts uit hun baan, zij volgen getrouwer de bewegingen van den luchtstroom op diens weg door de kool massa van de vullingbus heen. Weliswaar zal er hier en daar een klompje (rook- of neveldeeltje) in de koolholten terechtkomen en daar blijven hangen, maar het allergrootste deel zal den lucht stroom volgen door de vulmassa heen en komt dus in de longen terecht, waar zij hun noodlottig werk verrichten. De koolvulling alléén geeft dus onvoldoende bescherming tegen gassen die in rook- of nevelvorm worden verspreid 1 Hierdoor ontstond de behoefte aan een nieuw beschermings middel, en weleen rookvanger of nevelfilter, welke wèl in staat zouden zijn om rook- en neveldeeltjes tegen te houden. Deze nevelfilters bestaan in het algemeen uit een dikke laag van een soort textiel-vezelstof, die in fijn-verdeelden vorm wordt samengeperst. Deze laag vezelstof nu is wèl in staat om nevel en rookdeeltjes tegen te houden, omdat de ingeademde lucht bij het passeeren van dien laag zulke grillige bewegingen en wen dingen moet maken (z. g. wervel-bewegingen), dat de rook- en neveldeeltjes deze heftige bewegingen niet meer getrouw kunnen volgen, juist door hun grootere traagheid en massa, en dus in de vezel-laag blijven hangen. Het gas zit nu dus in het nevelfilter vast, als uiterst kleine stofjes of korreltjes vaste stof, of als uiterst fijne druppeltjes vloeistof. Hadden wij nu in de vullingbus achter het nevelfilter niets meer (dus geen kool-laag b. v.), dan zou op den duur het gas in het nevelfiiter b. v. door de warmte, gaan verdampen of vergassen, en dan zou de stof nu in damp- of gasvorm worden ingeademd en toch nog den man kunnen vergiftigen. Het is dus duidelijk, dat na een nevelfilter altijd nog een flinke laag adsorbtie-kool aanwezig moet zijn om de verdampte of ver gaste neveldeeltjes weer als gas te kunnen adsorbeeren. Alle bestaande vullingbussen komen dan ook in dit opzicht met elkaar overeen. Ook onze oorlogsvullingbus, waarvan de constructie uiteraard geheim is, is in hoofdzaak overeenkomstig ditzelfde principe samengesteld. Bovendien is daarvan de inrichting van het nevelfilter zóódanig, dat onze oorlogs-vullingbus aan een absoluut nevel-afvangend vermogen, tevens de kleinste inademings weerstand paart van alle bestaande vullingbussen Oogglas-constructies. Sedert het gebruik van de ,,halfmaskers", waarbij de oogglazen in het gelaatstuk werden bevestigd, was de moeilijkheid van de gasdichte afsluiting en bescherming der oogen, vrijwel opgelost. Vreemd is het daarom, dat men bij de huidige gasmaskertypen nog zulke uitéénloopende constructies aantreft wat betreft de bevestiging der oogglazen in het gelaatstuk, waarbij vele der toegepaste systemen bepaald ondeugdelijk kunnen worden genoemd 854

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 80