865 Wordt dat verheven principe in toepassing gebracht, dan bestaat er beslist ten opzichte van den eenigen heerscher in de geheele natie geen enkel ver schil. Daarom heeft dat volk, klein in aantal, door den Hemelschen zoon te volgen langzamerhand de importmenschen door het groote beginsel geassimileerd en is door de meer dan 2000 jarige onafgebroken lijn één familie ontstaan die nu een volk vormt van boven de 80 millioen zielen. Dat aantal van meer dan 80 millioen is niet groot noch veel, het is geen getal. Het is „eenig en alleen een vorst". Dooi dien vorst worden die meer dan 80 millioen vereenigd tot een eenheid en van af de vroegste tijden tot heden len dage is er van vermeerdering of vermindering geen sprake geweest. En als het in de toekomst een volk is van eenige billioenen dan is het nog zoo. Slechts „eenig en alleen een vorst". Dat is de reden waarom ons volk uit munt en in de geheele wereld geen weerga vindt. Eén pijl kan men breken. Tien pijlen kan men niet breken. Honderd pijlen, duizend pijlen, hoe zou men miilioenen pijlen breken? Dit heeft er toe geleid dat ons volk zich machtig noemt. Met het verwerken van de Europeesche beschaving, met de kwestie van „aannemen" of verwerpen gaat het evenzoo; ons volk schrijdt voort, steunend op het groote beginsel van eerbied voor den vorst. f. Het verwaarloozen van de bestudeering der geschiedenis. De studie van de geschiedenis berust den laatsten tijd alleen bij enkele specialisten, het volk in zijn geheel bemoeit zich hiermede niet. De geschiedenis van het land niet kennen staat gelijk met het niet kennen van de waarde van het volk. Heeft men geen zelfvertrouwen, zelfrespect en eigenwaarde dan kan men onmogelijk vrij blijven van lage, gemeene dingen. De oorsprong van de denkbeelden en gevaarlijke opvattingen van den laat sten tijd ligt in de bestaansvraagstukken en beslist zijn er geen andere vraag stukken dan deze, maar zij hebben ook een gedeelte van het zelfvertrouwen in bezit genomen. Het bestudeeren om te imiteeren is geen gebrek aan zelf vertrouwen, integendeel, juist het bezit van zelfvertrouwen is oorzaak dat men zich daarin oefent en het verwerkt. Bestudeert men de geschiedenis ten volle, dan zijn, wanneer men hierdoor op de hoogte gekomen is van die dingen waarin ons volk uitmunt en wan neer daaruit zelfvertrouwen geboren wordt, de finantieën b.v., slechts een uiterst precaire zaak, maar men behoeft zich daarover dan niet het minst ongerust te maken. g. Zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen is moed, is niet vreezen. Zelfvertrouwen en verwaandheid zijn geheel verschillend. Verwaandheid is een bijzondere vorm van domheid, een dief van het zelfvertrouwen. Ik heb slechts weinig talent maar ik bezit zelfvertrouwen. Boven mij staat mijn vorst, achter mij een volk van 80 millioen zielen da mijn schraagt, daarom voel ik mij in het buitenland niet eenzaam, voel ik geen angst maar voel ik in mij vastberadenheid en durf. Het groote beginsel boven mij „eerbied voor den vorst" verlaat mij geen seconde en daarom heb ik, gebaseerd op dat principe, achter mij den steun van 80 millioen, komen daaruit voortbeslistheid, moed en zelfvertrouwen. Dit komt omdat ik niet vrees en zoo spreek ik niet alleen. Hoofdstuk II. a. De nationale moeilijkheden en het in goede banen leiden van denkbeelden. Vele van mijne landgenooten buiten het vaderland zullen wel niet zoo den ken als ik en daarom kunnen zij in het buitenland ook niet opgewekt leven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 91