871-
Batteries
Quiet
sector
Active
Sector
Against Major
offensive
Lichte
2
3
4 of 5
Middelb. en zware
1
2
4 of 5
Totaal
3
5
8 of 10
Wij zullen het artikel, waarin schrijver het gebruik van de artillerie in den
aanval door een Franschen bril beziet, niet verder volgen, doch volstaan met.
eeh beknopte vermelding van de conclusiën, waartoe hij ten slotte komt
1. De ontwikkeling van de art. tactiek is geheel afhankelijk van de ontwik
keling van het art. materieel (d.w.z. van vuurmond, munitie en tractie).
N.o.m. verkondigt schrijver hier een wel eenigszins aanvechtbare stelling.
Het komt meer logisch voor, dat de tactiek bepaalde eischen stelt, waaraan
de techniek tracht te voldoen.
2. De Wereldoorlog heeft aangetoond, dat de artillerie van even groot belang
is als de infanterie. Geen geschutsoort is te zwaar voor gebruik bij de
legers ie velde.
3. De toekomstige ontwikkeling van de artillerie hangt nauw samen met
a motorisatie en b de radio. Hier kan wederom dezelfde opmerking ge
maakt worden als bij 1. Het gebruik van de artillerie zal in vele gevallen
begunstigd worden door toepassing van motorisatie, terwijl de invloed
daarbij van de radio ontegenzeggelijk van buitengewoon belang is.
4. De A. B. moet beschikken over een gemotoriseerde artilleriereserve.
5. Het ontstaan van nieuwe wapens (tanks) stelt den artillerist telkens voor
nieuwe vraagstukken, welke hij op te lossen heeft. Schrijver spreekt hier
n.o.m. minder juist van „constantly changing tactics in the other arms",
terwijl hij inderdaad bedoelt, „het gebruik van nieuwe wapens".
6. Het geschut maakt een doorloopende evolutie door.
Ballistisch is er een streven naar grootere dracht, grootere juistheid, groo-
tere invalshoeken, tactisch naar grootere mobiliteit, grootere schootsvel
den, grootere vuursnelheid en uitwerking.
7. Het gebruik van artillerie wordt aangegeven door de beginselenverras
sing (niets nieuws) en concentratie.
8. Voor het gebruik van de artillerie zijn geen vaste regels te geven (n.o.m.
wel algemeene regels)dit moet verband houden met de oogenblik-
kelijke noodzaak.
„French Artillery Doctrine".
De Juli/Augustus aflevering van „The Field Art. Journal" bevat een
vervolg van de verhandeling betreffende de Fransche doctrine t. a. v. het ge
bruik van de artillerie, waarvan het eerste gedeelte in I. M. T. No. 9 werd
besproken.
Schrijver behandelt thans:
a. „Maneuver of Material";
In 1914 bestond de art. van een Fr. L. Corps van 2 divisiën uit 2 regtn.
div. art. (75 mm.) a 3 afdn. en 1 regt. korps. art. 75 (mm.) a 4 afdn. Bóven
deze organiek bij de korpsen ingedeelde art. werd nog beschikt over 67 batterijen
zware artillerie z. g. „legerartillerie" t. b. v. 5 legers.
Heden beschikt een Fr. L. Corps van 2 divisiën per div. over 1 regt. div.
art. k 3 afd. van 75 mm. en 1 regt. div. art. 2 afd. van 155 mm. houwit-