3. HET VUURPLAN VOOR DE KARABIJNMITRAILLEURS.
door
GEOS.
Het artikel van den lsten Luitenant der Infanterie J. H. de Vries
in het I. M. T. 1932 No. 5 (Het samenstellen van een vuurplan)
geeft mij aanleiding het ondervolgende betreffende het vuurplan
voor de karabijnmitrailleurs (bij verkorting verder aangeduid met
k. mste berde te brengen.
Met den geachten schrijver kan ik volkomen meegaan, waar hij
zegt, dat de k. ms. geen neventaak krijgen. Van gezaghebbende
zijde wordt dit echter onjuist geacht, de k. ms. zouden in beginsel
zeer zeker een nevenopdracht kunnen krijgen. Deze opvatting
heeft m. i. deze bedenkelijke zijde, dat aan den k. m. schutter
(gr. ct.) wordt overgelaten, op welk moment hij zijn neventaak
zal vervullen. Het gevaar is dus heelemaal niet denkbeeldig, dat
de schutter zijn nevenopdracht overschat en zijn aandacht te veel
en te spoedig hieraan gaat wijden, waardoor hij van zijn hoofd
taak wordt afgeleid, met het gevolg, dat de opstelling der k. ms.
ontijdig verraden wordt en deze automatische wapens al gauw
een prooi worden van de vijandelijke artillerie en mitrailleurs,
afgescheiden nog van het feit, dat daardoor de volledige uitwer
king van het vastgestelde vuurplan niet verzekerd is. Door mij
wordt om deze redenen de meening voorgestaan, om bij het
vaststellen van het vuurplan de k. ms. slechts één vuuropdracht
te geven. Pas bij het binnendringen van een vijand in de vuur
linie mag de k. m. schutter zijn wapen z. n. in een andere richting
brengen, teneinde zoodoende andere deelen der sectie te kunnen
flankeeren. De sectie ct. zal hiertoe de noodige maatregelen treffen.
(G. V. I. 199 lid 2).
Voor wat betreft de voorwaarden, waaraan het vuurplan voor
de k. ms. moet voldoen, kan m. i. niet worden volstaan met al
leen de schootsrichting aan te geven. Men geve aan de k. ms.
een vuurstrook op en deze vuurstrook wordt op de vuur-
schets geteekend. (G. V. I. 195 lid 2, 196 lid 3, A.T. V. 152 lid 2).
Hoe wordt nu zoo'n vuurstrook bepaald Hierbij diene men
rekening te houden met a. de tactische eischen en
de technische prestaties van het wapen.
ad. a. Bij de verdediging dient de k. m. om met zijn vuur 's
vijands aanval op korten afstand te doen ineenstorten. (R.I. 2431.
830