Vredestaak.
De algemeene taak van den medischen dienst in vredestijd
omvat ten eerste het voorkomen van ziekten, in de tweede plaats
de geneeskundige verzorging en behandeling.
De plichten van de officieren van gezondheid zijn in de Engel-
sche reglementen als volgt omschreven:
a.) Zij zullen de aandacht van de commandeerende officieren
vestigen op alle prophylactische en therapeutische maatre
gelen, welke volgens het oordeel van den medischen dienst
kunnen leiden tot het behoud van den goeden gezondheids
toestand van den troep of tot de vermindering of voorkoming
van ziekten in het leger.
b.) Verder is hun opgedragen de medische behandeling en ver
zorging der zieken en gewonden, de leiding en organisatie
van de militaire ziekeninrichtingen; de zorg voor opslag en
tijdige aanvulling van medische benoodigdheden en het ver
zamelen van medisch-statistisch materiaal.
c.) Zij kunnen belast worden met de contröle op de kwartier-
zieken; het commando over medische eenheden en het bevel
over officieren en soldaten niet tot den geneeskundigen dienst
behoorend en welke daaraan gebeurlijk zijn verbonden.
d.) Het onderricht van het personeel van den M. G. D.
e.) Verschillende functies met betrekking tot het beoordeelen van
de physieke geschiktheid van voor speciale functies bestemde
candidaten, van recruten en anderen, dus kortweg voor onze
commissie-aangelegenheden.
De vredessamenstelling van den M. G. D. moet straks de kern
vormen voor den medischen dienst in oorlogstijd. Zij is echter
onder normale omstandigheden geheel ingesteld op de voorziening
in dagelijksche medische hulp der verschillende garnizoenen,
draagt dus het karakter van een zuivere vredesorganisatie en
bestaat dan ook uit eenheden (klinieken, poliklinieken), die geens
zins op de oorlogsbehoeften zijn ingesteld.
Specialisatie.
Als uitvloeisel van de moderne ontwikkeling der medische
wetenschap is een sterke specialisatie ontstaan, die niet beperkt is
gebleven tot de officieren van gezondheid, maar ook haar weer
klank heeft gevonden onder het lagere personeel van den M. G. D.,
waarvan een belangrijk deel tegenwoordig wordt opgeleid voor
speciale diensten als dienst in de Röntgenkamer, laboratorium,
chirurgische-, zanderafdeeling enz.
Dit specialisme heeft eenerzijds geleid tot verhoogde uitgaven
voor de aanschaffing en het onderhoud van de noodige speciale
installaties, maar anderzijds een grootere centralisatie der behan-
974