991 Behalve vorenstaande tactische eischen treden m. b. t. de organisatie der moderne divisie nog de volgende punten naar voren. 1. In de staven behooren uitsluitend zeer kundige comdtn en ten volle voor zijn taak berekend specialistisch personeel thuis. De personeelsbezetting van de staven gaat uiteraard ten koste van den troep. Het is daarom zaak het aan tal staven zooveel mogelijk te beperken, hetgeen kan worden bereikt door het aantal onderdeden van een eenheid (regt, baton, afd.) zoo groot mogelijk te doen zijn. Dit pleit voor overgang tot de vier-indeeling in plaats van de drie-indeeling. Deze vier-indeeling is ook tactisch te verkiezen. Zij verschaft meer soepelheid t.a.v. de gevechtsgroepeering en het eeuwige schema 2 1 is van de baan. De eenheden hebben uiteraard meer gevechtskracht en bij de tacheering van een baton of een compie of bij het intreden van verliezen blijft tenminste nog eenige gevechtskracht ter beschikking van de betrek kelijke staven over. 2. De oorlogsdivisie bestaat normaal nagenoeg geheel uit dienstplichtigen. Het verdient dus aanbeveling in de divisie zoo weinig mogelijk specialis ten in te deelen. 3. Evenals de divisie eerst bij mobilisatie van personeel wordt voorzien moet het streven erop zijn gericht om haar materieel ook eerst bij dreigend oorlogsgevaar van het noodige te voorzien, dus haar technische uitrusting en in 't bijzonder de transportmiddelen te requireeren. Vliegtuigafdeelin- gen, gemechaniseerde eenheden enz. behooren dus in de organisatie der divisie niet thuis doch in de hand te blijven van de hoogere leiding ten einde in grootere verbanden te juister tijd en te bestemder plaatse te wor den ingezet. 4. De verhouding mensch-paard-machine in de gevechtseenheden moet reke ning houden met de structuur van den staat. Door een te overvloedige indeeling van machines wordt niet het volle rendement getrokken uit de levende strijdkrachten. Bij de door het M.W. opgestelde moderne divisie worden ingedeeld op 1 cie inf.: 4a5 zw. mitrs, 1 mijnenwerper, I stuk licht geschut; op 3 ciën inf.: 1 stuk zwaar geschut; op 10 ciën inf.: 1 pionier-cie en 1 verbindings-cie. v. O. Kustartillerie. Het Mei/Juni-nummer Coast Artillery Journal bevat een artikel „Harbor Defense Command" van de hand van Maj. Mc. Catty, waarin schr. op uit voerige wijze de taak en werkzaamheid van de verschillende staven schetst. Een kustverdediging is, volgens schr., niets anders dan een „artillery strong- point" in voorste linie, welke als zoodanig in voortdurende nauwe samen werking moet staan met de andere verdedigingsmiddelenzonder deze laatste is het onmogelijk een aanval te weerstaan. De kustartillerie heeft een aanval van zee en zoo mogelijk van de lucht uit te bestrijden, de overige troepen te ondersteunen en samen te werken met maritieme strijdkrachten. De com mandant moet daartoe beschikken over betrouwbare verbindingen en over zoodanige hulpmiddelen, dat zijn maatregelen snel en ongestoord ten uitvoer kunnen worden gelegd. De ondervinding leerde, dat de voornaamste tekort komingen in de bevelvoering werden veroorzaakt door vertraging, ontstaan door overbelaste verbindingen en door vergissingen tengevolge van het in schakelen van tusschenposten, waardoor de bevelen rechtstreeks konden wor den overgebracht. Teneinde deze ongunstige factoren uit te schakelen, werd, ten aanzien van de Co. voering, van de volgende beginselen uitgegaan a. twee volledige en onafhankelijke verbindingsnetten, één voor de bevel voering, verkenning enz. van boven naar beneden en één uitsluitend voor de verbinding van de lagere cdtn naar boven. b. Steeds rechtstreeksche verbinding tusschen den officier, die een bevel uitgeeft en den officier, die dit ten uitvoering legt, met vermijding van tusschenstations.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 117