Ten slotte zij vermeld, dat de stellingen getuigenis aflegden
van een zeer handig gebruik van ter plaatse aanwezige materia
len. Oorspronkelijk bij elke actie optredende met ongeordende
horden, welke na een enkel wapenfeit weder naar de haardste
den terugkeerden, kon Resident Wilier in 1850 reeds rapportee
ren dat de kongsi's eerst al haar krachten tot den oorlog be
daard verzamelden, langzaam oprukten en van elke plek der
overwinning een basis maakten voor volgende operatiën."
Al doende leerden de Chineezen dus ook.
Van moed hebben de Chineezen voldoende bewijzen gegeven,,
vooral in de jaren 1850 1854, zoodat men bij de critiek niet
alleen mag afgaan op de enkele bekende gevallen van laf optre
den tijdens de latere acties.
Aangevoerd door bekwame Thaiko's of kaptai's, hebben de
Chineezen in elk geval getoond te beschikken over een organi
satievermogen en eensgezindheid, —dit laatste vooral, als het
ging om hun zelfstandigheid en speciaal tegen het Ned. Indisch.
Gouvernement en sprekend is wel het feit, dat ten slotte door
een 3tal goed georganiseerde kongsi's, die zich nimmer noemens
waardig in krijgskunde en wapenhandel geoefend hadden, telkens
a. h. w. een levée en masse tegen onze troepen werd georga
niseerd en na elk échec nieuwe versterkingen werden opgericht
en nieuwe acties werden ingeluid, en dat bedoelde kongsi's zich
niet bukten, voor en aleer ons Gezag zich deed gelden door het
inzetten van groote troepenmachten en nadat duizenden in den
strijd het leven hadden gelaten.
Mijn conclusie is dan ook, dat hoewel vanwege de intensievere
bestuursvoering en de veel betere communicatie en berichtgeving,
in deze tijden versterkingen niet ongemerkt kunnen worden op
geworpen, wij bij een eventueel verzet nog rekening hebben te
houden met de organisatiezin van de Chineezen, met hun groote
associatiegeest en neiging tot vorming van geheime genoot
schappen en derhalve met een actie, die juist met de verdwij
ning van de elkander weinig gunnende kongsi's, zich niet zal
bepalen tot een Chinees district.
III. BEGINSELEN VAN DE OORLOGVOERING.
Voor wat betreft de oorlogvoering tegen de Chineezen, gelden
n. m. m. dezelfde beginselen als bij het optreden overal elders in
onzen Archipel, welke beginselen, voor zoover betreft het strate
gisch gedeelte, duidelijk zijn uiteengezet door den toenmaligen
Kapitein R. G. Doorman in zijn voordracht voor de Vereeniging;
ter beoefening van de Krijgswetenschap.
888
Zie de jaargangen 1903/1904 en 1904/1905 van het orgaan dier vereeni
ging of het door de K. M.A. in 1913 uitgegeven boekwerk No. 619, bevat
tende een overdruk van bedoelde voordracht.