en de smokkelprauw op die manier in beslag te nemen, doch eischte voor deze actie van het Civiel Bestuur200 man gewa pende hulptroepen, 100 man van parangs voorzien en een 200-tal koelies. Met alle respect voor de doortastendheid van den Commandant moet toch geconstateerd worden, dat hij zich heeft laten verleiden tot een improvisatie en daarbij zelf een expeditietje op touw zette en een taak op zich nam, waarvoor elke ervaring hem ontbrak. De medewerking van het Civiel Bestuur verdiende slechts lof. Binnen 4 etmalen had de A. R. van Sambas, de A. R. van Prehn, 700 man hulptroepen bijeen, waarvan 200 man gewapend. De geheele expeditie werd intusschen opgezet te Sambas, van waaruit ook werd afgevaren in 2 échelons. Op 7 Juni lag het 1 ste échelon voor Pemangkat en besloot de Commandant, die reeds op 6 Juni, vergezeld van den Resident en den A. R. van Sambas, onder dekking van 1 Officier en 25 man uit Sambas, een verkenning had verricht, onmiddellijk tot de actie over te gaan, zonder het 2e échelon af te wachten. Alzoo werden de dispositiën genomen voor de landing met de helft van de beschikbare hulptroepen, wat mijns inziens geen goed begin genoemd kan worden. Bij de verkenning was gebleken, dat de versterking van de Chineezen gelegen was ongeveer paal landinwaarts, op den rechteroever van de Sedau Vanuit een hoogte op den linkeroever, kon de koeboe (verster king) op een afstand worden beschoten; beide oevers waren be gaanbaar en geschikt voor acties, terwijl de rivier zelf tot aan de koeboe te bevaren was door barkassen en kruisbooten. De bevelvoerende officier besloot de actie in te zetten meteen hoofddetachement hulptroepen (120 man) op den rechtreoever te gen de koeboe (hoofdactie) en een actie met vaartuigen, waarop 125 matrozen (bemanning van de schepen) als nevenactie, terwijl een optreden van een klein getal hulptroepen, versterkt door be manning van de schepen, zou plaats hebben op den linkeroever van de Sedau. De rechteroever van de Sedau was alleen bezet. De hoofdactie gericht tegen de versterking op den rechter oever door hulptroepen zonder meer had geen succes; zelfs raak ten ten slotte die hulptroepen het moreel kwijt en sloegen op de vlucht. Nog was de kans op succes niet verkeken, want de Europeanen van de vaartuigen hadden nu direct op den bezetten oever inge zet kunnen worden, doch de bevelvoerende officier was niet ge negen zonder den steun van hulptroepen de actie verder door te zetten en deze troepen waren niet meer tot voorwaarts gaan te bewegen. 895 Zie: bijlage IV.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 21