port van het Gewestelijk Bestuurshoofd was intusschen gebleken,, „dat de Chineezen van Mandor ongenegen waren, onze troepen in hun land te zien verschijnen, dat zij ons niet behulpzaam wilden wezen en dat zij heulden met den vijand" 3). Intusschen besliste de Regeering, dat voorloopig tot het blok- keeren der rivieren en desnoods tot bezetting van Singkawang en Soengei Doeri moest worden overgegaan, aangezien de poli tieke omstandigheden nog steeds geen krachtig ingrijpen ver oorloofden. Als gezegd ware het beter geweest, als de Regeering reeds in Februari 1850 daartoe besloten had; de talrijke échecs waren dan. voorkomen geweest. Als opvolger van den Overste Sorg werd door het Legerbe stuur inmiddels aangewezen de Luit. Kol. Le Bron de Vexela, die na zijn aankomst te Sambas via het Gewestelijk Bestuurs hoofd van de Regeering nog de opdracht kreeg, om met den vijand te onderhandelen, zoodra deze daartoe de wensch ken baar maakte. De Overste, die intusschen de beschikking had gekregen over totaal ongeveer 600 man te Sambas, weigerde de nadere instructie van de Regeering op te volgen en vreezende, dat de Chineezen zich alleen kalm hielden, teneinde eerst hun oogst te kunnen binnen halen, om dan opnieuw de wapens tegen het Gouvernement op te nemen, besloot de Luit. Kol. Le Bron de Vexela tegen het einde van November tot het offensief over te gaan. Helaas deed hij dit, zooals later gebleken is, met te weinig strijdkrachten en op een weinig gunstig tijdstip, aangezien het jaargetijde in November minder geschikt was voor groote operatiën. Voor de wijze, waarop de actie werd ingezet, moge worden verwezen naar bijlage VI. De Overste Le Bron de Vexela had het volgende plan van actie opgemaakt Evenals tijdens het optreden van Overste Sorg, zou de troepen macht in 3 colonnes marcheerendeze colonnes zouden resp. bestaan uit 2'/2 compagnie (hoofdcolonne), waarbij nog 2 hou witsers, l'/2 compagnie (2e colonne) en een zwak detachement van 50 man voor de omtrekking. De hoofdcolonne, die bij Peniemboengan zou landen, moest onmiddellijk ageeren tegen de redoute, op eenigen afstand gevolgd door de 2e colonne, welke colonne zou volgen tot den pasar, waarna deze colonne halt moest houden, om eerst later naar omstandigheden te worden gebruikt. 902 3) Zie: De verwikkelingen van het N. I. Gouvernement met de Chineesche bevolking op Westelijk Borneo, toegelicht. Overdruk Tijdschrift van. N. I, van 1853, pag. 72.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 28