In Sambas was de Majoor Andresen reeds 3 jaren Commandant van de troepen en had van het Militair Departement opdracht gekregen, om verkenningen te doen met het oog op een mogelijke expeditie, indien de omstandigheden er gunstig voor waren, en daartoe alle mogelijke gegevens te verzamelen. Toen dan ook tot het zenden van een expeditie was besloten, werd de inmiddels tot Luit. Kolonel bevorderde Majoor Andresen met de leiding van de operatiën belast en kon deze een op zich zelf volmaakt operatieplan aan het Militair Departement voorleggen, een operatieplan, dat getuigenis aflegde van de kundigheid van dien hoofdofficier en tevens van diens beleid en voorzichtigheid. Overste Andresen deed zelfs de noodige voorstellen ten aanzien van de expeditionnaire troepenmacht en regelde de verpleging en de dekking van de operatiebasis op uitnemende wijze. Als eerste operatie-object werd gekozen Singkawang en als operatiebasis de monding van de Slakkouw. De Overste had de keuze tusschen de monding van de Slakkouw en die van de Sedan voor een landing van de troepenvan een landing direct bij Singkawang was geen sprake, omdat die plaats bezet bleek en bovendien een nadering van het strand alleen mogelijk was, door circa 100 M. door weeke, taaie modder te wadenbovendien was de riviermonding versperd. Boven de monding van de Sedau verkoos de Overste een landing bij de S/aMonw-monding, omdat de Slakkouw binnen te varen was met stoomschepen, die beschikbaar waren en personeel en materieel spoedig aan land gezet konden worden. De monding van meergenoemde Slakkouw-r'wxex zou na de landing als basis voor de opereerende troepen worden ingericht; nadat de geheele troepenmacht er vereenigd zou zijn, zou van daar uit, onder achterlating van een 200 man, bestemd voor dek king van de basis, worden opgerukt tegen Singkawang (le ope ratie-object), waarbij de koeboe (versterking), die aan den N. oever van de rivier van Singkawang gelegen was, direct kon worden aangetast. Nadat deze plaats zou zijn vermeesterd, zou een gedeelte van de troepenmacht worden vooruitgeschoven naar Koelor, teneinde deze plaats te bezetten (nevenoperatie-object) ter beveiliging van de alsdan te Singkawang legerende hoofdmacht. Nadat deze laatste plaats als 2e operatiebasis zou zijn ingericht, zouden de troepen verder oprukken naar Montrado, welke plaats als zijnde de zetel van het kongsibestuur en het centrum van verzet, werd gekozen als 2e- tevens hoofdoperatie-object. 905 Voor het operatieplan moge worden verwezen naar Kielstra's: „Bijdragen tot de geschiedenis der Wester-Afdeeling van BorneoDeel II, pag. 14 en vlg. waarin de „Nota, betrekkelijk de te ondernemen expeditie in de Chineesche binnenlanden" van de hand van den Overste Andresen nagenoeg volledig is opgenomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 31