zetting van Montrado overbodig zou zijn geworden, e. verontrustende acties tegen de inactieve Ned. troepen; door allerlei kleine ondernemingen vooral bij nacht werd er zeer veel gevergd van de rust van de troepen, waarbij nog kwam de reeds gereleveerde ongunstige, verspreide legering. N. m.m. had Montrado dan ook nooit het einddoel mogen zijn van de operatiën. Lag de inlijving van de kongsi's in de bedoe ling van het Gouvernement, dan was na de bezetting van Mon trado een gewapend bezoek van de andere Chineesdie Districten toen ook direct noodzakelijk geweest; overal hadden dadelijk de wetten moeten worden voorgeschreven en had het Bestuur daad werkelij k ingevoerd moeten worden, waarna had kunnen worden overgegaan tot het leggen van bezettingen. Thans werden volgens Van Rees de proclamaties bespot, de oorlogskosten met lood betaald, de wegen vernield en afgesloten en gaven de Chineezen als finale de brand van den pasar te Montrado 2). Eerst half Augustus begonnen de colonnes het binnenland in te trekken en mogen even worden aangestipt de tochten van den Majoor 'de Brabant met ongeveer 250 man in de richting Lara en zelfs tot Sebalau 3) en Selinsin, waarbij de Chineezen overal werden aangegrepen, verslagen en opgejaagd. Die mobiliteit had succesde vijand werd tot iri zijn uiterste schuilhoeken teruggedreven en de rust trad in. Opgemerkt moet worden, dat bij deze acties een dankbaar gebruik werd gemaakt van de Dajaksche gewoonten, om koppen te snellen tot 3 malen toe werden de Dajaks gebruikt, om met den troep uit rukkende het terrein in te zwermen en de vluchtende- of zich schuil houdende Chineezen de koppen te snellen, teneinde onze troepen afmatting te besparen 4). 910 Zie Van Rees„Montrado"pag. 144. 2) De Exp. Commandant heeft hiervoor later ook van den Legercomman dant een met goedkeuring van de Regeering opgestelden brief ont vangen, waarin o. m. het volgende stond „Ik had niet verwacht dat U in Uwe militaire operatiën zoolang werke loos zoudt zijn gebleven, waardoor den oproerlingen tijd is gegeven om van den eersten schok te bekomen en zich tot nieuw verzet voor te bereiden. Ware U kort na het bezetten van Montrado verder opge rukt, dan zou m.i. Montrado niet zijn aangevallen en de vijand zeker niet den moed gehad hebben, zich in de nabijheid dier plaats te versterken". Kielstra„Bijdragen tot de geschiedenis van Borneo's Wester-Afdee- Hng", pag. 79. 3) Kaart bijlage I. 4) De later benoemde Gouvernementscornmissaris keurde het desbetreffende voorstel van den Exp. Commandant goed en schreef: „Dat U het voor nemen heeft van de Dajaks van den Pangeran van Mempawa gebruik te maken, om de opstandelingen uit hun schuilhoeken in het gebergte op te jagen, acht ik een gelukkig denkbeeldhet zal onze troepen veel afmatting besparen". Kielstra-. Bijdragen tot de Geschiedenis van Borneo's Wester-Afdeeling", pag. 65-66.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 36