als vaststaand aan, dat het Civiel Bestuur volledig ingelicht was inzake de te verwachten houding van de Chineezen bij een even- tueele opheffing der republiek Lan-Fong. Toen eindelijk het overlijden bekend werd van den Kapthai, nam de Regeering het besluit tot opheffing van de kongsi (lees republiek Lan Fongen werd na de plechtige begrafenis, door het Gewestelijk Bestuurshoofd de Regeeringsbeslissing bekend gemaakt en werd de Controleur Rijk als eerste Bestuursambtenaar te Mandor geïnstalleerd. Kort na de installatie werd te Pontianak het bericht ontvangen, dat bedoelde controleur met zijn 4 a 5 oppassers op zijn standplaats vermoord was en vertrokken op dit bericht de Resident met den G. M. C benevens 2 Officieren en .50 man en 1 mortier per S.S. Salak uit Pontianak naar Mempawa, met het doel om over Mentidoeng, Mandor te bereiken. Er was -intusschen bericht ontvangen, dat de Mandor-mier was versperd, -zoodat Mandor niet via die verbinding bereikt kon worden. Te Mempawa werd vernomen, dat Mentidoeng reeds in handen van de opstandelingen was en werd na achterlating van 40 man op -eerstgenoemde plaats, op den 27sten October teruggestoomd naar Pontianak, welke plaats toen eveneens bedreigd heette, waarom ■direct telegrafisch versterkingen uit lava werden aangevraagd. De eerste maatregelen waren niet slechtdat een verdere actie niet kon plaats hebben tegen Mentidoeng of vanuit de Mandor- rivier direct tegen Mandor is begrijpelijk. Daartoe was de troepen macht te zwak; bovendien heette Pontianak bedreigd door de opstandelingen. Niettemin moet geconstateerd worden, dat wat -troepensterkte en militaire maatregelen betreft, heelemaal niet ge rekend was op een heftig verzet, dat volgens Dr. de Groot be slist verwacht kon worden en waarvan het Civiel Bestuur, zooals ik reeds constateerde, op de hoogte moet zijn geweest. De noodige samenwerking tusschen Civiel- en Militair Bestuur moet in die dagen zoek zijn geweestdie samenwerking is er, zooals straks uit de getroffen maatregelen blijken zal, nooit meer ■gekomen en dit heeft er toe geleid, dat later de Regeering moest ingrijpen en Civiel- en Militair Bestuur in één hand heeft moeten •vereenigen, waartoe de Kolonel Haga in Maart 1885 uit Java naar Borneo werd fgezonden, waar deze hoofdofficier verder de alge- heele leiding kreeg. De op den 28sten October aangevraagde versterking uit Java, kwam den 3den November d.a.v. te Pontianak aan en bestond uit 2 compagnieën van het 5e bat. Inf., kort hierop gevolgd door <een sectie bergartillerie. Intusschen had den nacht tevoren een aanval plaats gehad van een bende van 150 a 200 Chineezen op den post te Bengkajang, welke aanval gelukkig was afgeslagen. Zie Dr. de Groot„Het Kongsiwezen van Borneo", pag. 2. •-■912

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 38