Er hadden nog enkele acties plaats in de richting Menwong en verder naar Pakwoeloe, waarvoor nog een vooruitgeschoven vivresdepot was opgericht te Jam-Soe-Kiauw, beide plaatsen bleken niet meer bezet. Eveneens hadden enkele tochten plaats in de richting S. Poeroen Besar en Sinam nergens stuitte men echter meer op verzet. Toen na rusteloos patrouilleeren tot September toe het nog overal rustig bleef, werd in die maand het 5e bataljon terugge zonden naar Java en behoorde de Chineesche verzetsbeweging van 1885 weer tot het verleden. Thans was een einde gemaakt aan het onafhankelijk bestuur van de laatste bestaande Chineesche Kongsi en waren alle Chi- neezen van de Wester-Afdeeling van Borneo onder daadwer kelijk Nederlandsch Gezag gebracht. 1912. Van 1885 af, hadden er geen verwikkelingen meer plaats met de Chineezen tot 1914, in welk jaar de Chineezen van Mempawa zich roerden en met de Dajaks uit die streken in verzet kwamen. Alvorens de actie van 1914 na te gaan, moet echter een terug blik geslagen worden naar het jaar 1912, in welk jaar zich de eerste symptonen van verzet demonstreerden en de eerste ver sterkingen uit Java moesten worden aangevraagd. Tegen het einde van 1912 n. 1. ontstond er onder nagenoeg alle Chineezen in de Wester-Afdeeling een opgewekt politiek leven. In de nieuwe immigratiebepalingen had men weder een veete tegen het Ned. Ind. Gouvernement. De direct opgerichte eedverbonden deden als van ouds hun werk en in het openbaar kwam de actie van de Chineezen slechts tot uiting in 2 verschillende vereenigingen, n. 1. de Siang-Hwee's (z. g. handelsvereenigingen, vnl. van Hoklo-Chineezenen de Soe- Po-Sha's (z. g. literarische vereenigingen van Hakka-Chineezeri). Beide vereenigingen onderhielden relaties met China. Hoewel eenigszins in onmin met elkaar levende, hadden zij één doel, n. 1. de supprematie van China erkennen en eigen zelf standigheid. Als teeken van schatting werd f 300.000 naar China overgemaakt, juist in een tijd, dat de belastingen zeer slecht vol daan werden; het onderwijs werd op militairen leest geschoeid. Brandpunten van actie waren Pontianak en Sambas. Toen nu de Soe-Po-Shas aandrongen bij hun landgenooten op weigering van betaling van belasting en zelfs de rechtspositie aan&zich probeerden te trekken, vond het Gewestelijk Betuurshoofd het noodig uit Java een mobiele colonne aan te vragen, welke Java-colonne kort daarop ook in de Wester-Afdeeling aankwam. Na aankomst van de /ava-versterking (een compagnie van het 10e bataljon) werden de vereenigingen vervolgd, werd de belas- 917

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 43