was uitgebroken, waarop deze functionaris onmiddellijk met den G. M. C. naar Mempawa en Sangking vertrok met 2 groepen in fanterie als dekking. Dit mag voortvarend worden genoemd, beter ware het echter geweest, indien de 2 Leiders er niet direct op uitgetrokken waren, omdat later zeer belangrijke maatregelen getroffen moesten worden door den Gewestelijk Secretaris in overleg met den Plaatselijk Militairen Commandant te Pontianak. Dit kan gezegd worden, omdat de binnengekomen berichten in aanmerking genomen, noch Resident noch G. M. C. n. m m. re sultaten konden verwachten van hun tocht naar het centrum van verzet met 2 enkele groepen garnizoensinfanterievolledigheids halve zij vermeld, dat de Resident reeds een telegram had ont vangen, waaruit bleek, dat verzet zou uitbreken in het gebied bezuiden Montrado en in den omtrek van Sangking. Op 24 Juli werd al dadelijk een colonne uitgezonden onder den Kapitein, fd. Gew. Adjudant, sterk 2 brigades infanterie met opdracht: Machtsvertoon (in het gebied van Mempawa) en het verleenen van steun aan het Civiel Bestuur in al die gevallen, waarin het dit aan de noodige machtsmiddelen ontbreekt". Wat moest de Colonne eigenlijk in het Mempawa-gebied doen? In een verzetsgebied kan men toch niet met „machtsvertoon' volstaan. Want dat er verzet was uitgebroken, was al uit be trouwbare berichten positief komen vast te staan. De opdracht had kunnen luiden: „Marcheer naar Mempawa, bezet deze plaats en verleen de noodige steun aan het Civiel Bestuur". Moeilijk kan van achter de schrijftafel beoordeeld worden, of het niet beter ware geweest, een sterkere afdeeling te zenden naar Mempawa dan de 2 brigades, welke later, doordat bij de Leiding niet bekend was waar de colonne zich bevond met daarbij berichten omtrent een insluiting door de Chineezen, zeer veel extra maatregelen hebben uitgelokt en vertraging hebben gebracht in den gang der operatiën. Nog een vraag dient hier gesteld, n. 1. of het wel juist was, direct bij het begin van een verzet, een Kapitein-Adjudant uit te zenden Met den vorigen Kapitein-Adjudant Brans was dit ook geschied, toen er een op stand uitbrak in het Ketapangsche-, deze officier heeft er zijn leven bij gelaten; met zijn opvolger was het ook al, alsof hem hetzelfde lot wachtte, want al vrij spoedig wist men niet meer, waar de Colonne zich bevond en kort daarop verkeerd men in de meening, dat deze was ingesloten en concentreerden zich alle maatregelen in een poging tot het ontzetten van de vermeende ingesloten colonne. Onderwijl ging het gerucht, dat Pontianak bedreigd werd door kwaadwilligen, werd te Soengai-Penjoe de Kapitan vermoord, terwijl de opiumverkoopplaats door verzetslieden werd geplunderd en waren noch Resident, noch G. M.C. op de gewestelijke hoofd plaats. 919

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 45