In Pontianak moet een ware paniekstemming geheerscht hebben
toen n. 1. de berichten binnen kwamen van een bedreiging van
Pontianak waren van de garnizoensinfanterie 5 brigades naar
Boven-Matan (Ketapangsche) gezonden in verband met tevoren
uitgebroken relletjes in die onderafdeeling.
Het Gewestelijk Bestuurshoofd ging er ten slotte toe over ver
sterking uit Java aan te vragen, het desbetreffende telegram werd
op den 29sten Juli verzonden aan de Regeering en tegelijk aan
den Commandant van het Leger, in dien tijd nog te Weltevreden.
In het laatste telegram werd verzocht, om 2 compagnieën te
zenden, waarbij Europeanen, waarvan één compagnie bestemd
om te debarkeeren te Singkawang en één te Pontianak.
De bedoeling van de versterking van Singkawang met één com
pagnie was, om veiligheidsbezettingen te kunnen legeren (c.q. ver
sterken) te Sambas, Pemangkat, Bengkajang en Montrado, teneinde
eerstens verdere uitbreiding van verzet te voorkomen en daarna
krachtdadig te kunnen optreden tegen Mempawa uit het N., het
zelfde wat men in 1885 ook dadelijk om de reeds vermelde rede
nen van plan was, doch helaas niet uitvoerde.
De compagnie voor Pontianak was aangevraagd met het oog
op de versterking van de bezetting van die hoofdplaatsna de
aankomst van deze compagnie achtte de G. M. C. het nog niet aan
vaardbaar de actie tegen Mempawa van het Z. uit in te zetten
daarvoor werd de komst van andere, later aangevraagde verster
kingen uit Java afgewacht.
De 2 compagnieën, op 29 Juli aangevraagd, werden nog den
zelfden dag te TandjoengPriok ingescheept met 100 dwangarbeiders,
bestemd voor den treindienst en telegrafisch werd uit Weltevreden
het bericht ontvangen, dat het S. S. Loudon, dat de bewuste troe
pen overbracht, reeds den 31sten Juli te Pontianak kon worden
verwachtvlotter kon het dus niet.
In de desbetreffende instructie voor de naar Borneo gezonden
2 compagnieën van het 18e bataljon was vastgelegd, dat het de
tachement ter beschikking werd gesteld van den G. M. C. tot steun
van de in Borneo gelegerde troepenmacht bij het herstellen van
rust en orde.
Wat waren overigens de maatregelen van den G. M. C.
Naast het uitzenden van de reeds vermelde colonne naar Mempawa
en een andere colonne uit Montrado achtte deze het noodig speciale
opdrachten te geven aan de Commandanten van Singkawang (ook
een Chineesch gebied) en van Ngabang in Landak het Dajak-
gebied waarheen de Chineezen plachten uit te wijken, indien zij
het in eigen gebied te benauwd kregen.
In Singkawang waren inmiddels aangekomen de Staf en één
compagnie van het 18e bataljon uit Java, terwijl bij het geven van
de opdracht rekening werd gehouden met de ondertusschen aan
gevraagde 3e compagnie versterking.
920