uitnemendheid was voor de in eigen gebied opgejaagde Chinee- zen, had in de eerste opdracht duidelijk moeten worden opge nomen, dat uitbreiding naar Landak moest worden voorkomen en had niet mogen worden gesproken van het beveiligen van Ngabang. Ten slotte had de aanwijzing van een eventueelen terugtocht gevoegelijk achterwege kunnen blijven, omdat men nu eenmaal bij het begin van een verzet, bovendien elders in het gewest, geen aanwijzingen omtrent een terugtrekken moet geven. Volledigheidshalve dient vermeld, dat een brigade werd ge zonden naar Sanggau, met opdracht: „Machtsvertoon in de land schappen Tajan en Meliau en bijstand aan het Civiel Bestuur", welke brigade later, toen er meer troepen beschikbaar kwamen, werd vervangen door 2 andere brigades onder commando van een onderluitenant. De compagnie uit Java (van het 18e bataljon) te Pontianak gede- barkeerd, werd intusschen gebruikt, om de bezetting van Pontianak te versterken, teneinde bij de burgers en bevolking van Pontianak de rust te doen wederkeeren. Eerst met de aankomst van de 4e uit Java aangevraagde com- papnie, 2) werd een optreden uit Pontianak tegen het verzets- centrum gelast; alvorens deze actie te behandelen, is het noodig de situatie op dat tijdstip te memoreeren. Uit Singkawang ageerden 2 compagnieën van het 18e bataljon onder één commandant in de richting Montrado-Sangking. De G. M. C. was in de veronderstelling, dat uit Ngabang minstens 3 brigades patrouilleerden bij de Mandorsche grens zooals reeds vermeld, werd de opdracht te laat uitgevoerd wegens een onjuistheid in de redactie. Geruchten gingen, dat in Hasaan 2 brigades ingesloten waren. Met bovenstaande situatie voor oogen, werd het besluit ge nomen, de inmiddels gearriveerde compagnie uit Java (n. 1. de 4e compagnie van het 10e bataljon over zee te zenden naar Mempawa, ten einde van daar uit te ageeren met als primaire taak, de ontzetting van die brigades. Misschien wilde de G M. C., bekend met de relletjes te Soen- gei-Penjoe, een aanraking van die compagnie met de verzets lieden op den weg Pontianak—Mempawa voorkomen, aangezien hij vreesde, dat die compagnie door gevechten zou worden op gehouden en te laat zou komen voor het ontzetten van de Colonne. 922 2) Van de eerste versterking (2 compn. 18e bataljon) ging 1 comp. naar Singkawang en 1 comp. naar Pontianak. De 2e versterking (1 comp. 18e bataljon) werd rechtstreeks gedirigeerd naar Singkawang. De 3e versterking (1 comp. 10e bataljon) ging eerst naar Pontianak en werd later over zee gezonden naar Mempawa.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 48