Hoofdtaak zij dus bij het begin van een verzet, het veiligstel
len van Bestuurscentra en het voorkomen van uitbreiding van
verzet.
Blijkt dit al spoedig erg omvangrijk te zijn, zoo aarzele men
niet voor de verdere onderdrukking van de verzetsbeweging de
noodige versterkingen uit Java aan te vragen, waarbij om een
herhaling van het druppelsgewijze inzetten als in 1885 en 1914
te voorkomen goed ware te overwegen, hoeveel troepen eindelijk
noodzakelijk worden geacht.
Met een zekeren durf en een doortastendheid kan dan elk ver
zet van de zijde van de Chineezen, met of zonder hulp van de
Dajaks of Maleiers, gemakkelijk worden onderdrukt.
929
Geraadpleegde bronnen
P.J. VETH Borneo's Westerafdeeling. Geographisch-Statistisch-Historisch.
J.J.M. DE GROOTHet kongsiwezen van Borneo.
E. B. KIELSTRA Bijdragen tot de geschiedenis van Borneo's Westerafdee
ling (Overdrukken uit de lnd. Gids).
De verwikkelingen van het N. I. Gouvernement met de CHINEESCHE be
volking op Westelijk Borneo, toegelicht. (Overdruk uit het Tijdschrift van
Ned.-lndië 1853).
W. A. VAN REES: MONTR ADO. Geschied- en'krijgskundige bijdrage be
treffende de onderwerping der CHINEEZEN op Borneo.
W. A. VAN REES: Wachia, Taykong en Amir.
J.B. J. VAN DOREN De terugtocht der Nederlanders en de uitbreiding van
hun gezag op het eiland Borneo.
VAN SANDICK en VAN MARLE: Verslag eener Spoorwegverkenning in
N. W. Borneo. (Mededeelingen Opname No. 13 van den Dienst.der Staats
spoor en Tramwegen).
Archiefstukken.