Nog eens zij opgemerkt dat: vlug, en doelbewust besluiten en handelen, veel bij den tegenstander verijdelt en de grondstelling moet zijn bij elk optreden. De commandant van elke afdeeling, hoe klein ook, moet zich kenmerken niet alleen door een hoog moreel, maar ook door een groote zelfbeheersching, hij mag zich niet laten meeslepen door innerlijke gevoelens. Hij moet snel den toestand kunnen beoordeelen en vlot handelen. Kortom, de commandant moet een uitstekend leider zijn en een krachtige persoonlijkheid. Van den troep moet worden geëischt, een hoog moreel en een goede, individueele discipline. Een troep, die rustig op treedt, die snel en ordelijk de gegeven bevelen uitvoert, maakt reeds veel indruk. Bevelen moeten kort en duidelijk zijn. Orders geven per tele foon, tenzij langs een eigen net, brengt het gevaar met zich mee, dat afluisteren mogelijk is. Alle te geven bevelen moeten zoo veel mogelijk mondeling worden overgebracht. Van de stad, waarin de troepen zullen moeten optreden, moeten goede, nieuwe plattegronden voorhanden zijn. De officieren en het kader moeten allen van een exemplaar voorzien worden. Het kennen van den weg en de ligging van de voornaamste gebouwen in een garnizoenstad moet geëischt wor den van officieren, kader en den troep. Veelal zal niet iedereen op de hoogte zijn van het wegennet in de niet Europeesche wijken, stadskampongs en dergelijke. Daarom zal het toevoegen van inlandsche rechercheurs aan de daar ageerende troepenmacht noodzakelijk zijn. Bespreking der verschillende gevallen. ad I. Behoeft uit den aard der zaak geen verdere toelichting. ad II. De door de politie verkregen inlichtingen zullen in den regel wel zoo uitgebreid zijn, dat bekend is, wanneer het verzet zal uitbreken. Om een beweging, als hier verondersteld, te voorkomen, en z. n. in de kiem te smoren, zijn een onmiddellijk verbod van samenscholing, een krachtig onderdrukken van elke poging om dat verbod te overschrijden, alsmede arrestatie van de bekend zijnde leiders en voornaamste handlangers, gepaard gaande met voortdurende patrouillegang en troepenverplaatsingen voornamelijk om ontzag af te dwingen, aangewezen maatregelen. Het ineen storten van een opgebouwde organisatie en het op geven van het verzet kunnen hiervan het gevolg zijn. Velen zul len teruggehouden worden om met een verzet mede te doen. Een troep, welke zich door een bepaalde, den verzetslieden sym pathiek zijnde wijk moet verplaatsen, mag niet reageeren op schel- 936

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 62