nenkomt, onderzoeken naar wapens en verder moet er op toe gezien worden, dat niemand langer binnen blijft dan noodzakelijk. Dreigt er gevaar voor samenscholingen voor het gebouw, dan is het afsluiten van de toegangswegen noodzakelijk. Een ieder, die het gebouw wil bezoeken, moet dan door een bepaalden, be waakten ingang naar binnen. Patrouilles, welke zich door opstandige wijken begeven, moeten midden op de straat loopen en vooral niet bij zijstraten deze oversteken langs de huizenrijen. De kans bestaat dat zij wordt opgewacht en dan om een hoek plotseling wordt overvallen. De sterkte van de patrouilles mag niet kleiner zijn dan één brigade, want anders zou de kans bestaan, dat zij door een menigte over vallen, het onderspit zou moeten delven. Dit verhoogt het moreel van de menigte. Wanneer geschoten mocht worden, wordt de beste dekking ver kregen door links en rechts tegen de huizen aan, voorwaarts te gaan. In deze phase van een verzet zal dus de taak van het leger zijn: machtsvertoon en daar optreden, waar het tot een uitbarsting komt. De politie blijft haar gewone taak vervullen. ad III. De politie heeft, ondanks haar naspeuringen, niet kunnen vast stellen, dat een verzet reeds in een ver gevorderd stadium van voorbereiding verkeert. In den regel zullen er wel aanwijzingen zijn, dat een verzet niet uitgesloten is, echter lijkt alles oogenschijnlijk kalm. Plotseling breekt het verzet dan uit, veelal in bepaalde wijken, bij een goed georganiseerd verzet, tegelijk op verschillende plaatsen van de stad en vandaar uit zal getracht worden het centrum der stad en haar vitale deelen in bezit te nemen. De bevolking zal bij een, zooals hier bedoeld verzet, bewapend zijn met alle mogelijke vuur- en slagwapenen. De eerste daden der opstandelingen zullen zijn het bezetten van de voornaamste gebouwen in het stadsdeel, bestormen van politieposten en moles- teeren van de aanwezige politiepatrouilles. De politie onderkent een ernstig verzet en er zal onmiddellijk militaire hulp worden moeten worden ingeroepen en hier gaat het om men zal dadelijk de algeheele bestrijding van het verzet in handen van het leger moeten geven. Dus niet eerst aarzelen en wachten om te zien hoe de toestand eigenlijk is en of militair optreden wel noodig is. Hij die in deze omstandig heden aarzelt, sticht nóg grooter onheil dan de bevelhebber die te hard optreedt. De maatregelen, welke genomen moeten worden tot beteugeling van een dergelijk verzet, worden beïnvloed door twee factoren, en wel.: 938

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 64