kunnen beoordeelen of zijn paard op de juiste wijze reageert, terwijl indien hij dit al mocht merken, het hem weer aan vol doende kennis en begrip ontbreekt om dit door de juiste hulpen te corrigeeren. Al deze moeilijkheden worden bij mij ondervan gen, door ten eerste de hulpen zoo eenvoudig mogelijk te maken, en ten tweede zooveel mogelijk oefeningen te houden waarbij weinig van den ruiter en veel van het paard gevraagd wordt, dus de paarden te ontwikkelen tot handige, gehoorzame terreinpaarden. Gij zult moeten toegeven dat men geen handig terreinpaard kan hebben, indien dit niet buigzaam en lenig is, doch dan niet dit woord buigzaam op te vatten in den zin dien gij er in de manege aan geeft. Uw manege is te vaak „doel", terwijl zij slechts middel moet zijn. Ik mag hier weder verwijzen naar hetgeen Ca- prilli terzake zoo treffend juist heeft gezegd. S.— Maar vindt gij het dan niet jammer om al die mooie dressuur af te schaffen P.— Uit een rijkunstig oogpunt is het zeker jammer, indien wij de zoo mooie hoogere rijkunst gaan opbergen in een museum, doch zeg mij eens of gij thans zoudt wenschen te velde te trekken in een schitterende paradeuniform Die hebt gij immers ook, zij het met leede oogen, zien verdwijnen in het museum, omdat de eischen van de practijk geboden een grijs-groen jasje aan te trekken Het gaat ermede als met de harnassen der oude ridders welke op de wapenkamer opgeborgen konden worden, toen het buskruit andere eischen stelde, en om tot een moderner beeld te komen, het gaat ermede als met het schoone handwerk van den huis schilder, dat plaats heeft moeten maken voor de eenvoudiger methode der spuitverven. Men kan nu al het fraaie en kunst zinnige dat een afgedane methode beheerscht, bewonderen, en het nu en dan te voorschijn halen en tot algemeene ontwikkeling ten toon spreiden, doch gij zult het met mij eens zijn dat het uit een practisch oogpunt gezien dwaasheid zou zijn zich te weer te stellen tegen de eischen die de moderne tijd stelt. Ik heb zelf jarenlang met zeer veel genoegen, en, in alle bescheidenheid ge zegd ook met succes, de „dressage" beoefend, en kan niet anders zeggen dan dat ik de rijkunst hoog aansla als kunst „an sich" en geen fraaier gezicht ken dan een goed voorgereden paard volgens Uw hoogere school. Doch dat is weer iets anders dan uit practische overwegingen wenden naar een eenvoudiger beeld. Mag ik U even het oordeel laten hooren van een ander? De Luitenant von Griesheim is de school te Pinerolo komen bezoeken teneinde een studie te maken van de Italiaansche rijmethode. Hij is gezonden door de Duitsche regeering met opdracht meer speciaal na te gaan welke de werking van de Italiaansche methode is op den troep. Hij was tot voor kort instructeur in rijkunstig onder richt aan de Rijschool te Hanover, zijn paarden haalden in dres- suurwedstrijden menigen prijs, dus iemand die doorknocht is in „dressage". Hij kwam tot de volgende conclusie: 949

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 75