Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het noodig, den aard van deze fouten nader in beschouwing te nemen. Over het algemeen hebben alle hierboven vermelde fouten een afwijking tengevolge, welke althans tijdens den duur van een vuurstoot als constant kan worden beschouwd. Weliswaar zijn de verschillende metingen en berekeningen zoowel aan verander lijke, als aan constante fouten onderhevig, doch in verband met de bij de voorbereiding gevolgde werkwijze kan worden aange nomen, dat de gegevens tijdens een vuurstoot niet opnieuw, en dus voor eiken vuurstoot slechts éénmaal, worden bepaald. Het resultaat van alle bij de voorbereiding gemaakte fouten is dus, dat het gemiddelde trefpunt van eiken vuurstoot een afwijking vertoont ten opzichte van het gewenschte trefpunt. Toch dient men onderscheid te maken tusschen twee catego rieën van afwijkingen. Die, welke veroorzaakt worden door opzettelijke en onvoorziene bewegingsveranderingen van het doel, kunnen zoodanige afmetingen aannemen, dat het onmogelijk is, hierop een vuur te baseeren de weg, dien het vliegtuig gedurende den voorlooptijd zelfs indien deze zeer wordt gereduceerd in de verschillende richtingen kan afleggen, is nl. voor de gemiddelde afstanden nog meerdere honderden meters lang. Om eenige kans op uitwerking te hebben, zou dus per vuurstoot een zeer groote ruimte onveilig moeten worden gemaakt. Een eenvoudige berekening doet zien, dat hiertoe per secunde eenige honderden schoten moeten worden afgegeven, hetwelk met een beperkte hoeveelheid geschut onmogelijk is. Indien men dus aan een vuur niet alleen eischen op accoustisch gebied stelt, doch slechts die vuren gerechtvaardigd acht, welke moreele en (of) materieele uitwerking waarborgen, zal men zich moeten bepalen tot die doelen, welke geene, of slechts geringe bewegingsveranderingen vertoonen. De tweede categorie van afwijkingen heeft haar oorzaak in fou tieve metingen en berekeningen, en komt dus ook voor bij het vuur op regelmatig vliegende doelen. Daar ook hierbij het gemid delde trefpunt over het algemeen niet samenvalt met het gewenschte trefpunt, is het noodzakelijk, in elk geval per vuurstoot een bepaalde ruimte onveilig te maken; de omvang van deze ruimte is afhan kelijk van de grootte van de te verwachten afwijking van het gemiddelde trefpunt. Deze afwijking is echter weer afhankelijk van zóóvele onberekenbare factoren, o. a. de fout op de af standmeting dat het onmogelijk is, hiervoor een bepaalde waarde aan te geven. Zooals evenwel uit tal van schietproeven kan worden afgeleid, is het onder gunstige omstandigheden mogelijk, met een beperkte 958 Het begrip „trefpunt" kan hier zonder bezwaar worden toegepast, aan gezien het gewenschte en het gemiddelde trefpunt zich tijdens den vuurstoot tezamen verplaatsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 84