2. J. C. SNIJDERS.
1852 29 SEPTEMBER 1932.
„En zoolang mijn stoffelijke en geestelijke krachten zulks
zullen veroorloven, sta ik voor de nationale zaak op de bres".
Zoo eindigde Generaal C. J. Snijders, Oud-Opperbevelhebber van
land- en zeemacht, zijn dankrede voor de grootsche huldiging
hem op 29 September j. 1. door Marine en Landmacht waarin
het N. I. Leger was vertegenwoordigd door een detachement van
de Koloniale Reserve gebracht ter gelegenheid van zijn tach
tigsten verjaardag.
Tachtig jaaren welk een bewonderenswaardige vita
liteit toonde op het podium van de groote Kurzaal te Scheveningen
bij het uitspreken van zijn dankrede, op den strandboulevard bij
het gadeslaan van het défilé, bij de receptie en tijdens den feest
maaltijd die grijze, kaarsrechte figuur, die zijn geheele leven lang
in dienst stond van de nationale zaak.
Op zeventienjarigen leeftijd als cadet aan de K. M. A. zijn
militaire loopbaan aangevangen en op zijn 20ste jaar benoemd tot
2den luitenant bij het Korps Ingenieurs, Mineurs en Sappeurs in
Nederland, gaf hij in 1873 zonder aarzelen gehoor aan de roepstem
der Regeering, toen deze na den ongelukkigen afloop van de le
876
Deze gegevens zijn ontleend aan een artikel van den Majoor der artillerie
o. n. a. W. O. de Bas in het Octobernummer van Mavors en aan het Vader
land van 29 September j.l.