6. HET VUUR EN HET MATERIEEL VAN DE
LUCHTDOELARTILLERIE.
door
R. A. BECK,
le Luitenant der Artillerie.
De bijzondere aard van hare doelen noodzaakt de luchtdoel
artillerie tot het toepassen van een werkwijze, welke vele en
belangrijke punten van verschil vertoont met de methodes van de
overige artillerie. Daar bijzondere werkwijzen slechts mogelijk zijn,
indien beschikt wordt over bijzondere middelen, moet het mate
rieel der luchtdoelartillerie voldoen aan zeer speciale eischen.
Om deze eischen aan een critisch onderzoek te kunnen onder
werpen, is het noodig, dat men zich ten volle rekenschap geeft
van het bijzondere karakter van het luchtdoelvuur; geijkte artil-
leristische beginselen zullen bij dit onderzoek niet als uitgangs
punt mogen dienen, alvorens men heeft vastgesteld, dat deze
beginselen ook op dit vuur van toepassing zijn.
Waar het dus gewenscht is, in de eerste plaats de bijzondere
kenmerken van het luchtdoelvuur duidelijk naar voren te brengen,
zal hier worden aangevangen met een korte karakteristiek van
dit vuur.
Vervolgens zullen wij trachten, eenige algemeene richtlijnen aan
te geven, welke dienstig kunnen zijn bij het beoordeelen van de
eigenschappen van het materieel. Hierbij zullen factoren van zuiver
constructieven aard zooveel mogelijk buiten beschouwing worden
gelaten.
Echter moge erop worden gewezen, dat de volmaaktheid van
het materieel, en dus de resultaten van het vuur, tenslotte voor
namelijk afhankelijk zijn van technische mogelijkheden.
I. HET VUUR.
De artillerie is sinds onheuglijke tijden gewend, de ligging van
haar vuur te verbeteren op grond van waarnemingen tijdens het
vuur. Weliswaar kwamen reeds vóór den wereldoorlog gevallen
voor, waarin men niet kon „inschieten"doch bij het optreden
tegen luchtdoelen deed zich eerst recht de noodzaak gevoelen,
met deze gewoonte te breken, hoe lastig dit ook mocht zijn.
954