7. EENIGE OPMERKINGEN OVER DE SNELVLOTBRUG.
door
P, PROOST,
Kapitein der Genie.
De snelvlotbrug is, voor een groot deel door het welhaast
overal in voldoende mate verkrijgbare materiaal, waaruit ze
wordt vervaardigd (dunnne bamboesoorten), de aanvalsbrug bij
uitnemendheid voor het Indische leger.
Veelvuldige oefeningen met deze brug enkele malen in sa
menwerking met infanterie zoowel overdag als 's nachts, zijn
voor mij uit pracktische en taktische overwegingen aanleiding ge
weest tot het vaststellen van een brugslagmethode, die in meer
dere opzichten afwijkt van hetgeen daaromtrent is vermeld in 139c
van hfst. IV van het H. V. G. III. Weliswaar zou nu volstaan
kunnen worden met ter zake een voorstel tot wijziging van het
handboek in te dienen, doch beter lijkt het mij om e. e. a. tevens
bekend te maken in dit tijdschrift, omdat gezien de zeer geringe
sterkte aan pioniers en hun zeer uitgebreide oorlogstaak, het doel
waarmede snelvlotbruggen geslagen worden en de ervaringen uit
den wereldoorlog regel zal zijn, dat de infanterie deze brug
gen niet alleen zelf zal moeten maken, maar ze ook zelf zal moeten
slaan, c.q. met eenige technische hulp.
Wat het vervaardigen betreft, zij er hier speciaal op gewezen,
dat de verstijvingsbamboes niet tevoren op een vaste lengte mo
gen worden afgezaagd, doch - naar gelang het werk vordert
langs de brug moeten worden afgemeten: er is nl. een streven bij
het kader om deze bamboes al dadelijk tot het vereischte aantal
te zagen en daarbij „globaal op 3'/z m. lengte" te rekenen. Dit
nu is ten eenenmale onjuist: de vakken zijn niet ongeveer 1 m.
lang, doch gemiddeld (afhankelijk van de zwaarte der bamboe)
1.1 'k 1.2 m., zoodat 3'/2 vaklengte belangrijk meer is dan 3'/2 m.;
door aldus de verstijvingsbamboes te kort af te zagen, beantwoorden
zij niet geheel aan den gestelden eisch (die uit de benaming vol
doende kan blijken) om de brug te „verstijven" en wordt deze
daarentegen te slap, wat tot ongelukken aanleiding zou kunnen
geven.
Mijn voornaamste bezwaren gaan echter tegen de voorgeschre
ven wijze van slaan der brug en wel in drie opzichten
967