8. DE ENGELSCHE MILITAIR GENEESKUNDIGE DIENST
IN TIJD VAN OORLOG.
(Militair-medische conferentie dd. 5 Juli 1932 te Tjimahi.)
door
Dr. P. N. T1SSOT VAN PATOT,
Off. v. Gez. 2de kl.
Mijne Heeren, ik zou U gaarne hedenmorgen iets willen vertellen
•over een in November van het vorige jaar door den Engelschen
Majoor G. Wilson gehouden lezing met als onderwerp „The
Army Medical Service in War". Zij is verschenen in the Journal
of the Royal United Service Institution van Februari 1932.
De vergadering waarin deze lezing werd uitgesproken werd
.gepresideerd door den Luit. Gen. Sir Harold B. Fawcus, inspec
teur van het Engelsche Royal Army Medical Corps.
De functie van den militair geneeskundigen dienst in tijd van
oorlog is zoo nauw verbonden aan haar vredestaak, dat we niet
mogen nalaten eerst in het kort haar werkzaamheden in vredestijd
'hier samen te vatten.
Formatie.
De Engelsche M. G. D. omvat op het oogenblik ongeveer 850
officieren van gezondheid en 3600 minderen, behoorende tot den
hospitaaldienst, dat is ongeveer 3 maal zooveel hospitaalpersoneel
als in ons Indische leger en ongeveer 5 maal zooveel officieren
van gezondheid als in onze formatie. Vóór het uitbreken van den
wereldoorlog in 1914 telde het R. A. M. C. 90 officieren van ge
zondheid meer dan nu. Deze inkrimping der formatie is bovendien
gevolgd door een uitbreiding der werkzaamheden, daar thans ook
officieren van gezondheid en hospitaalpersoneel in de Engelsche
•overzeesche bezittingen worden gedetacheerd, wat vroeger niet
het geval was; dit alles als uitvloeisel der bezuiniging en in
krimping ook van andere takken van dienst.
Naast de officieren en minderen van het R. A. M. C. dient
nog genoemd het vrouwelijk personeel van de Queen Alexandra
Imperial Military Nursing Service, alsmede de officieren en min
deren van het corps militaire tandartsen, dat sinds den oorlog
werd opgericht.
973