1101 die zelfde taak verrichten, moeten eischen, m.a. w. de pw. mag 's nachts niet achter de eigen linies terugtrekken doch moet in 's vijands nabijheid blijven. Door bewoonde oorden als overnachtingsplaats te vermijden en zich bij voorkeur in een beboscht terrein op een zijweg op niet te kleinen afstand van een hoofdverkeersweg „op te bergen" kan de pw.-patrouille, ook in 's vijands nabijheid vrij veilig overnachten. Een enkele post is dan in tegen stelling met bij het overnachten in een bewoond oord voldoende, zoodat de rest van de patr. kan slapen (niet in de pw.en zich kan sterken voor de groote physieke en psychische inspanning, welke haar den volgenden dag wederom wacht. Het langdurig en herhaaldelijk in radioverbinding treden met de eigen hoofd macht moet door de pw. worden vermeden, aangezien de patr. daardoor kans loopt hare opstellingsplaats te verraden. Tanks. Mil. Wochenblatt 25-8-'32 No 8. Kampfwagen in U.S.A. De talrijke in het bijzonder in den laatsten tijd verspreide berichten over de fabelachtige prestaties van den Am. Christie-tank zouden doen denken dat de U.S.A. wat betreft de voorziening met deze moderne strijdmiddelen ver aan de spits ston den. In werkelijkheid is de toestand a. v. Het Am. leger heeft lichte vechtwagens, type Renault en zware, type Mark VIII. Eén vechtwagen-cie behoort tot de oorlogsformatie van elke inf.-div. Die ciën, over welke ook werkelijk wordt beschikt, bestaan uit 24 strijdwagens en 1 berichtwagen. Voor een een cav.-div. zijn 3 ciën uitgetrokken doch niet voorhanden. In de vechtwagenschool te Ford George Reade is 1 baton, lichte en 1 baton. zw. wagens aanwezig, boven de sterkte, benoodigd voor de divn. terwijl ook nog een baton, voor oefeningsdoeleinden is ingedeeld bij de inf.- school in Fort Benning. De tank type Renault is van Am. maaksel, lijkt zeer veel op de Fransche en een deel van de aanwezige wagens dateert nog uit de oorlogsjaren. Mark VIII is in 1919-'20 gebouwd weegt 44 ton, max. snelheid 9 K. M./u., actieradius 150 K.M., kan slooten van 1 M diepte doorschrijden. Bewapening: 2 kanonnen van 57 m.M. 5 mitrs Browning. Pantsering 16 tot 6 m.M. Be manning: 12 personen. Volgens moderne begrippen zijn beide typen verouderd, daar zij in de eerste plaats veel te langzaam zijn. Men is doende voorloopig eerst de Renault- tank te vervangen. Een later type daarvan (1927), de lichte wagen TI weegt 7,5 ton, heeft een snelheid van 20 K. M./u., een actieradius van 160 K. M. een bewapening van 1 kanon van 37 m M., 1 mitr. van 7,6 m. M. en 2 man bediening. Hij is zeer beweeglijk, kan aanmerkelijke afstanden langs verharde wegen afleggen doch voor vervoer over groote afstanden is hij in feite toch voor transport op lastauto's aangewezen. Sedert 1929 in de bekende Christie-tank in beproeving, welke vóór alles op snelheid is gebouwd. Daaruit kan worden afgeleid dat de Amerikanen, evenals de Engelschen reeds lang vóór hen, een tactisch gebruik van de tanks voorzien niet ter begeleiding van de ten aanval oprukkende inf. doch veeleer als gemechaniseerde zelfstandig optredende gevechtseenheid. Wanneer de nieuwe 1. èn zw. tanks zullen werden ingevoerd, is een open vraag. Tanks zijn een duur wapen en de tijd van „prosperity" is ginds ook aan het luwen. Genietroepen. Mavors Juni '32 No. 6. Uit „Taak en organisatie der pioniers in de divisie" door le Lt der Genie M. de Boer nemen wij de volgende gegevens over:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 109