1103
vens moet ieder voorbereid object worden bewaakt. Bij vernielingen zonder
springmiddelen of bij versperringen moet worden gezorgd dat het gebruik
daarvan dóór of ten behoeve van de eigen troepen gewaarborgd blijft.
De uitvoering omvat uitsluitend de werkelijke vernieling of versperring.
Deze moet in zeer korten tijd tot stand kunnen worden gebracht. De ont-
stekingploegen, die ieder meestal meer dan één object vernielen, moeten
zich snel kunnen verplaatsen (rijwielen, auto s)."
De uitvoering mag slechts geschieden op nader bevel. De voorgenomen
vernielingen worden vermeld in het vernielingsbevel, hetwelk voorzien is van
een vernielingsplan, dat een lijst omvat van alle voor te bereiden objecten
met een schets, waarop die objecten zijn aangegeven.
Het vernielingsplan wordt gesplitst in een minimum programma en een
aanvullingsprogramma, welk laatste de vernielingen omvat welke wel gewenscht
worden geacht, doch niet zoo urgent zijn als die van het minimumprogram
ma, zoodat de uitvoering ervan afhankelijk wordt gesteld van den tijd, welke
beschikbaar blijkt te zijn.
De achterhoede is belast met de uitvoering van de vernielingen. Het terug
tochtsvak in de diepte verdeelende in 2 strooken, nl. A., omvattende het ge
bied van de oude voorste lijn tot de lijn van de in te nemen achterhoede
stelling en B, van even genoemde lijn tot de nieuwe stelling, vinden de ver
nielingen achtereenvolgens plaats volgens minimumprog. strook A, aanvullings-
prog.° strook A, minimumprog. strook B, aanvullingsprog. strook B.
Heeft de terugtocht over grooten afstand plaats, dan wordt het vak in meer
strooken op voren omschreven wijze ingedeeld.
Luchtvaart.
Mil. Wochenblatt. 11-8-'32 No. 6. Heere und Flotten. Vereinigte Stciaten.
Bij de manoeuvres van de vloot en de luchtmacht in Febr. en Mrt 32 in
den stillen Oceaan werd de groote trefkans van vliegtuigmitrs en bommen
bewezen.
De BI. partij (Japan) bezat overmacht aan groote schepen, de Zw(arte)
partij aan snelle kruisers, torpedobootjagers en vliegtuigen.
BI36 jachtvltn, 26 zware verkenners, 18 torpedowerpers, 24 lichte ver
kenners en bommenwerpers, samen 104 vltn.
Zw 54 jachtvln, 63 verkenners en 1. bommenwerpers, 18 zware bommen
werpers, samen 135 vltn. Bovendien 30 vliegbooten.
De vltn behoorden grootendeels thuis op moederschepen, voorts op linie
schepen en kruisers.
De aanval van vltn op schepen had plaats uit ijibbk nchtiugBti tBgBlyk1 eerst
door 1. bommenwerpers met 50 K. G.-bommen en mitrs tegen de co-torens
enz., dus om de leiding te verstorendaarna door zware bommenwerpers
met bommen van 250 tot 450 KG.
Bij het bommen werpen van 1500 M. hoogte heeft men een trefferprocent
van 20 verkregen. Verscheidene schepen werden ondersteld door het bom
bardement tot zinken gebracht te zijn. Een off. v.d. Staf verklaart, dat een
vliegtuigmoederschip slechts te vernietigen is als de tegenpartij eveneens over
een dgl. schip beschikt, terwijl hij twijfel uitspreekt over de uitwerking van
mitrs, ook van 12.7 m. m., tegen vliegtuigen.
De 8 nieuwe Am. 10.000 ton-kruisers zijn uitgerust met 4 verkenningsvlieg
tuigen op katapulten of torens, bovendien nog met een aantal „gedemonteerde
vltn. („Krassnaja Swerda".)
Mil. Wochenblatt 4-10-'32 No. 9.
Luftfahrt Rundschau. England. Omtrent de Eng. luchtmanoeuvres, die
dit jaar van 18 tot 21-7 plaats vonden, meldt het M.W. het volgende.
De opzet was, als gewoonlijk, het uitvoeren van bomaanvallen eenerzijds
en de afweer daarvan door jachtvltn anderzijds. De Z. kust van Engeland gold
als grens tusschen N. land (verdediger) en Z. land. De verdediger beschikte
over 12 esc. jagers en een waarschuwingsdienst, echter niet over luchtdoelge-