3.) tg.2,/2 A
sin, (s b). sin, (s c)
sin. s. sin. (s—a)
waarin a 90 <5
b 90 <p
c 90 h (de
poolafstand)
2s a-fb c.
Uit de formules is te zien, dat rekenschema's niet veel moei
lijkheden zullen opleveren.
Beknopte bespreking van de methode, zooals die bij hei-
Op verschillende bijzonderheden, voor de Artillerie van geen
belang, zal hier niet ingegaan worden.
Azimutbepalingen op astronomischen grondslag kunnen gedaan
worden voor het bepalen van
a. het azimut van een lijn
b. de boussole-correctie.
Vrijwel altijd doet men zonsmetingenop sterren richt men
alleen bij nauwkeurige triangulatie.
Meting te velde.
Staat den waarnemer het eerste doel voor oogen, dan zal hij,
na het instrument zoo nauwkeurig mogelijk opgesteld te hebben
(hoe grooter verticalen hoek men wenscht te meten, hoe grooter
de invloed van de fout is van niet-horizontalen stand van het
instrument) richten naar het andere einde van de lijn, waarvan
hij het azimut wenscht te bepalen. De horizontale stand wordt
afgelezen.
Bezit men een donker glas, dan richt men vervolgens op de
zon en leest den verticalen rand (h) en den horizontalen rand
(hoek punt zon) af. Datum, tijden geografische breedte wor
den genoteerd.
De meeste mantri's geven er de voorkeur aan, geen donker
glas te gebruiken. Ze gaan dan schuin achter het instrument
staan, met den rug naar de zon. De schaduw van het instrument
wordt opgevangen op een stuk papier; is de schaduw van den
kijker zoo klein mogelijk, dan is men ruw op de zon gericht.
Vervolgens draait men het oculair geheel, of bijna geheel,
naar buiten. Door het papier iets voor- en achterwaarts te bewe
gen, kan men een scherp beeld van zon en kruisdraden krijgen,
waarna men het zonnebeeld door draaiïng aan het hoogterondsel en
zijwaartsch rondsel laat raken (hetzij boven links (B. L.), hetzij
onder rechts (O. R.) aan de geprojecteerde kruisdradennu
leest men beide randstanden af.
5
kadaster EN BIJ DEN TOPOGRAPISCHEN DIENST GEVOLGD WORDT.