Wenscht men alleen de boussolecorrectie te kennen, dan kun
nen de horizontale randaflezingen vervangen worden door de
aflezing van de boussolenaald als de kijker op de zon gericht is.
Bij genoemde diensten zullen de metingen gewoonlijk enkele
malen herhaald worden, ten einde grootere nauwkeurigheid te
bereiken en om bepaalde instrumentfouten te elimineeren.
Berekening.
Verschillende formulieren zijn in den loop der jaren verschenen
zoowel voor logarithmische berekening als voor de rekenmachine
of rekenliniaal, terwijl door J. W. GRONGGRIJP, voornamelijk
voor het boschwezen, een nomogram bewerkt is.
Deze formulieren toonen alleen verschil in hier niet ter zake
doende bijzonderheden en berusten alle op de formules 3) of 2).
Het gebruikelijke formulier van het Kadaster voor de bereke
ning van het azimut der lijn is als bijlage VI bijgevoegd.
Het model in gebruik bij den Topografischen Dienst stemt
grootendeels overeen met het formulier van het Kadaster en is
als bijlage VII bijgevoegd.
Verklaring van het formulier in gebruik bij het kadaster.
Hoewel het formulier op het eerste gezicht nog al ingewikkeld
lijkt, blijkt dat echter bij nadere beschouwing toch wel mede te
vallen.
De waarnemer gaat als volgt te werk
Hij vult in de geografische breedte in graden en minuten der
standplaats.
Voorts vult hij in de gemeten hoogte en de horizontale rand-
aflezing (hoek punt zon). Nu leest hij uit Tabel 1 de bijbehoo-
rende refractie- en hoogteparallax af. Zoo men uit de tabel I kan
zien bedraagt deze factor in maximum 4,'9.
De correctie wegens refractie- en hoogteparallax hangt af van
de gemeten zonshoogte en van de hoogte van de standplaats
van waarneming. Het verschijnsel berust op de straalbreking van
de zonnestralen door de luchtlagen (zie figuur 2). De correctie
wegens refractie- en hoogteparallax wordt afgetrokken van de
opgemeten hoogte waardoor men de ware hoogte (h) verkrijgt.
Nu moet men nog rekening houden met de factor '/2 d (halve
zonsdiameter). Deze vindt men verwerkt in Tabel II. Of deze
'/2 d moet worden vermeerderd met de gevonden ware hoogte,
of daar van moet worden afgetrokken, hangt af van de wijze
waarop de waarnemer het zonnebeeld op het stukje papier heeft
laten raken aan de projectie der kruisdraden. Dit vereischt toe
lichting.
De waarnemer kan n. 1. het zonnebeeld op vier wijzen doen
raken aan de projectie der kruisdraden en wel boven-links of
6