De werkwijze voor den artillerie-meettroep. Achtereenvolgens zal ik behandelen: a. het opstellen en het werken met den boussole-hoekmeter. b. het berekenen van een azimut met behulp van het vereen voudigde Kadaster-formulier en het constateeren der boussole- miswijzing. c. het gebruik van het nomogram. ad a. het opstellen en het werken met den boussole-hoekmeter. Men kiest de standplaats van waarneming zóódanig dat de zon goed te zien is. De boussole wordt zoo zuiver mogelijk horizon taal gesteld en er wordt gehandeld overeenkomstig het gestelde in punt 78 V.T.A. (de terreinhoek op 200 gesteld, moet nauw keurig inspelen). Men zet nu de richtbasis uit in een richting welke zich daartoe in verband met het terrein het beste eigent. Daarna richt men met 0 0, naar het andere einde der richtba sis en zet de boussole nu vast. Vervolgens richt men op de zon. Dit geschiedt door eerst globaal over den kijker naar de zon te richten. Men kan gebruik maken van een donker glas om de richting nader te regelen.1) Is de richting nagenoeg goed, dan het zonnebeeld opvangen op een stukje papier hetwelk op ongeveer 1 a 2 dM. achter het oculair wordt gehouden. (Is het donkere glas gebezigd, dan dat eerst verwijderen). Door gelijktijdig draaien van het rondsel voor den terreinhoek en het rondsel voor de zijdelingsche richting, het zonnebeeld zoo scherp mogelijk projecteeren op het velletje papier en het midden van het gevormde zonnebeeld doen samenvallen met het gepro jecteerde kruispunt der kruisdraden. Bovendien kan men de scherp te nog regelen door het oculair geheel of bijna geheel uit te draaien. Op het moment dat het midden van het zonnebeeld precies sa menvalt met het kruispunt der kruisdraden van den kijker, den stand van den terreinhoek en dien van den horizontaal verdeelden rand aflezen en noteeren. Bij eenige geoefendheid nemen de genoemde werkzaamheden slechts eenige minuten in beslag. ad b. het berekenen van een azimut enz. (zie de hierbijgevoegde formulieren (bijlagen VIII en IX). De stellingofficier constateert nu de geografische breedte in graden en minuten (uit de kaart). Eveneens noteert hij den tijd van waarneming. Bij het omzetten van de opgemeten straal °/00, in graden en 12 Men denke er aan vooral niet met het ongewapende oog door den kijker op de zon te richten. Bij den Topografischen Dienst schijnt het voorgekomen te zijn dat men, terwijl men door toevallige omstandigheden zonder donker glas op den kijker naar de zon richtte, daardoor een oog verloor.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 174