aan de mogelijkheid van uitzicht in één bepaalde richting wordt
gehouden.
Op de lijn CD zijn de verschillende waarden van sin <5 welke
bij de vermelde sterren behooren uitgezet, voorzien van het
teeken. Natuurlijk konden alléén sterren gekozen worden welke
een vaste <5 hebben.
Het eenige lastige nu bij het meten op sterren is deze op te
sporen aan den hemelbol, vooral bij minder helderen sterrenhe
mel. Het opsporen vereischt de noodige routine. Een zeer gemak
kelijk hulpmiddel is echter in den handel verkrijgbaar. De uitge
vers-Maatschappij N. V. J. B. WOLTERS te Batavia geeft n.l. een
zeer handige draaibare sterrenkaart voor de tropen uit, welke ont
worpen en geteekend is door Dr. S. W. VISSER. Bovendien ont
vangt men bij de sterrenkaart een korte handleiding, waarin ach
tereenvolgens behandeld wordt de beweging der sterren, die der
zon, van de maan en de plaatsbepaling aan den hemel. Het geheel
is buitengewoon practisch en bovendien niet duur. De prijs is n. 1.
slechts f 2.— hetgeen binnen ieders bereik valt.
Ik wil nu overgaan tot de verklaring van het nomogram. Voorop
gesteld zij dat het niet binnen het bestek van dit artikel ligt om
diep in te gaan op de grondbeginselen der nomografie. Zij die hier
over meer willen weten verwijs ik naar de literatuurlijst, welke aan
het slot van dit artikel is opgenomen. Zoo b. v. zal ik niet ver
klaren waarom op de middenschaal CB de waarde CB X
ontstaat. Zulks zou eenige tientallen bladzijden vorderen, hetgeen
zeker niet de bedoeling is van dit artikel.
VERKLARING VAN HET NOMOGRAM TER BEPALING VAN
HET AZIMUT EENER LIJN (C. Q RiCHTBASIS) MET BEHULP
VAN EEN HEMELLICHAAM (ZON OF STER).
Inleiding.
Één der grootste voordeden van een nomogram is wel, dat de
gebruiker de verschillende gegevens of gemeten grootheden niet
behoeft te herleiden tot dezelfde of overeenkomstige eenheid.
Bij dit nomogram is hiervan wel ten volle gebruik gemaakt, im
mers de vier hierin voorkomende grootheden worden op vier ver
schillende wijzen uitgedrukt, nml.
<5 (declinatie zon) in graden en minuten.
qi (geografische breedte) in fictieve km.
h (zonshoogte) in straal °/oo (+200)
A O (zonsazimut) in straal °/oo.
De declinatie d vindt men in de declinatietabel uitgedrukt in
graden en minuten met het bijbehoorend teeken of De
18
Zie ook blz. 26.