Om echter tot een beter bruikbare figuur te komen, brenge men
nog de volgende veranderingen aan
a. De p-schaal zooals deze langs CD valt, wordt tot op de
helft teruggebracht, en op een daarvoor geschikte doch overi
gens geheel willekeurige plaats in het veld van teekening
neergelegd.
De punten hiervan worden met de overeenkomstige punten
op de projectieve p-schaal CB (figuur 3) verbonden.
Om de schaaleenheid der p-schaal tot op V2 te brengen,
dient het projectiecentrum op een halve meter afstand van
A op de lijn AB genomen te worden.
b. Van de lijnen AB en CD (figuur 3) wordt niet meer dan 4/10
deel gebruikt.
(0,4 is ongeveer de maximale 1 cos. h en de maximale sin. (5)
Het overige behoeft dan niet geteekend te worden.
Als schaaleenheid kan dus 1 M genomen worden.
In verband hiermede wordt de overigens willekeurige afstand
BL (figuur 4) op 0,30 M bepaald, zoodat het veld van teekening
30 X 40 c.M. bedraagt, hetgeen als een handig formaat moet
worden beschouwd.
c. Zonder bezwaar kunnen de vanuit B uitgaande stralen en
cirkelbogen in de richting loodrecht op AB verschoven wor
den de waarde cos y cos. h op BA verandert hierdoor niet.
Voor den opzet van het nomogram bestaat ook nog een
eenvoudig meetkundig bewijs (zie hiervoor figuur 5).
BP cos. y cos. h
CQ sin. d
uitgezet.
A BPR o A CQR, zoodat
a cos. y cos. h
b sin. <5
ook is
A ABR «0 A CSR, zoodat
(2)
Uit (1) en (2) volgt dat S'n'
cos. y cos. h AB
CS
sin. <5 CS
dus als AB 1
sin. d
is, dan is:
cos. y cos. h
Het stuk CS geeft dus
sin.
cos. y cos. h
p aan.
22