kanonnen op den weg zelf in stelling moeten worden gebracht,
midden tusschen de voorwagens, caissons en paarden in, om de
weinige boschwegen en open plekken te kunnnen enfileeren en
zonder dralen het vuur te kunnen openen op de vijandelijke
groepen inf. en afgezeten ruiters, welke men alom ziet in
knielende houding vurende of die men vermoedt door het
vuur, dat van zeer korten afstand in de flank valt.
Aldus zijn 1-18 R. A. en 3-111-18 R. A. tot aan het invallen van de
duisternis in stelling gebleven en hebben deze 4 batterijen zich
geheel opgeofferd. Van de:
le batterij (1-1-18 R. A.) zijn teruggekomen: de kapitein Ducasse
en enkele manschappengeen voertuigen, noch paarden
2e batterij (2-1-18 R. A.) zijn teruggekomen: kapitein Grandcolas
met 118 man en 76 paarden; geen voertuigen;
3e batterij (3-1-18 R. A.) zijn teruggekomen: een met 2 paarden
bespannen voorwagen van een vooraadswagen
9e batterij (3-1II-18 R. A.) zijn teruggekomen: kapitein Verdelle,
twee 2e luitenants, 95 man, een met 2 paarden bespan
nen caisson, twee voorwagens.
De 1-18 R. A. verloor 8 officieren, 250 man en 350 paarden.
Na bij den Div. C. te zijn aangekomen en verslag te hebben
uitgebracht over den toestand aan den staart van de colonne,
welke iedere kans op ontsnapping naar het Zuiden uitsloot, ver
neemt de kolonel, dat een uitgezonden verkenningsofficier een
uitgang heeft gevonden, welke het mogelijk maakt om naar het
Westen buiten het bosch te komen en het open terrein in de
richting van JÉHONVILLE te bereiken.
De A. C. beschikt dan nog over de 11-18 R. A. en de 111-18 R.A.
(min 3); en hij geeft nu het bevel aan II om langs den verkenden
weg af te marcheeren. De weg wordt op verschillende plaatsen
door inf. posten beveiligd. Doch ondanks deze voorzorgen ging
11-18 R.A. op het kruispunt aan den W. boschrand (^-473, C 3)
om onverklaarbare redenen niet rechtuit den gejalonneerden weg
naar JÉHONVILLE in, maar richtte zij zich naar het Zuiden naar
BLANCHE-ORE1LLE En deze laatste weg was juist door den
commandant zorgvuldig vermeden, omdat hij tegen de hoogte
471 opliep, dus tegen het hoogste punt in het open terrein. Het
spreekt van zelf, dat de afdeeling daar onder vuur kwam van de
vijandelijke art., die haar weldra in de vork had gesloten. Toen
de kolonel, die op den goeden weg was vooruitgereden, zijn
vuurmonden op dien heuvel zag, terwijl hij ze achter zich ver-
1020
Wellicht is de oorzaak van psychologischen aard, omdat een troep in
paniekstemming tracht een terugweg te vinden, welke met de gevolgde op-
marschrichting zoo veel mogelijk overeenkomt. Slechts los van den vijand en
zoo ver mogelijk buiten zijn dreigend bereik, dat zijn de dwanggedachten,
welke dan veler geest beheerschen.