2 DE KOMENDE REORGANISATIE VAN HET LEGER OP JAVA. door R. B. VAN DIJKEN, Kapitein van den Generalen Staf. Was het in 1931 nog mogelijk de door de tijdsomstandigheden vereischte bezuinigingen op de oorlogsbegrooting aan te brengen door versobering in de bestaande organisatie, in het begin van het loopende jaar bleek in dit opzicht ongeveer de grens bereikt. Toen de eisch gesteld werd de begrooting voor Oorlog voor 1933 terug te brengen tot een totaal van rond 50 millioen gulden ongeacht de maatregelen van algemeenen aard, als salarisvermindering, welke de regeering daarnaast zal opleggen was het dan ook noodza kelijk de organisatie aan een grondige herziening te onderwerpen. Hoewel, in verband met de gestelde financieele grens, verwacht mocht worden, dat het leger niet zonder kleerscheuren deze her ziening zou ondergaan, moest de reorganisatie geschieden onder uitdrukkelijk beding, dat de geschiktheid van het Leger voor zijn tweeledige taak behouden bleef, zij het voorshands op sterk ver soberden voet. De opzet moest er dus van uitgaan, dat het Leger wel een kleiner geheel wordt dan thans, maar niettemin in zichzelf „af" en uitgerust naar modernen maatstaf. De onderdeelen rechtstreeks betrokken bij de uitvoering van de primaire taak handhaving van orde en rust dienden zoo min mogelijk te worden aange tast, terwijl t. a. v. de vervulling van de secundaire taak neu- traliteitshandhaving gebouwd moest worden op de door het Op perbestuur vastgelegde en nader toegelichte defensiegrondslagen. Op grond van deze overwegingen werd de versobering voor een groot deel gezocht in een sterker indeeling van militie bij de hulpwapens, en in versobering bij de diensten, teneinde de com- battante onderdeelen en daarvan in het bijzonder die welke in de eerste plaats in aanmerking komen voor de vervulling van de primaire taak zooveel mogelijk intact te laten, terwijl voorts de noodige aandacht geschonken werd aan het voornaamste verde digingsobject in de defensiegrondslagen genoemdde vlootbasis te Soerabaja. In verband hiermede ligt het in de bedoeling bij de nieuwe dislocatie, ook wat de standplaatsen van de staven betreft, het zwaartepunt in Oostelijke richting te verschuiven. 996

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 4