hiervoor steun zoekt bij de ervaringen van den wereldoorlog, doch de bestudeering van de gepubliceerde gegevens levert geen bevredigend resultaat op, daar deze zeer sterk uiteenloopen en het veelal niet is na te gaan, welke factoren hierbij in het spel zijn geweest. Ter illustratie hiervan zijn in Bijlage I eenige verzamelde gegevens opgenomen. Beter lijkt het daarom onze munitieuitrusting te toetsen aan die der vroegere oorlogvoerenden, aangezien daarin ongetwijfeld genoemde ervaringen zijn neergelegd (hierbij dient echter niet vergeten te worden, dat men zich slechts langzamerhand heeft weten los te maken van den stellingoorlog en dat zulks in som mige dier landen ook bij de munitieuitrusting der artillerie nog te merken is). Een onderzoek daaromtrent geeft de volgende cijfers Frank rijk Duitschland Enge land België Neder land 3) Ned. 4) Indië veldkanon 418 230 of 237 5) 300 600 374 504 1. veldhouw. 188 208 300 450 224 248 bergkanon 6) 234 249 204 520 Voor de organisatiën dezer artillerieën zie Bijlage II. Wij geven deze cijfers slechts onder voorbehoud, daar de verschillende bronnen, waaruit zij geput zijn niet steeds over eenstemmen. 2). Onder „direct beschikbaar" te verstaan de munitie, welke beschikbaar is zonder een beroep te doen op den A. en A. 3). Hoewel Nederland niet behoort tot de vroegere oorlogvoe renden, geven wij deze cijfers toch, daar bij het Ned. leger dergelijke zaken nauwkeurig worden bestudeerd. 4). Hierbij inbegrepen de munitie van de Div. Autocolonne, te weten: 200 sch. per veld- en bergkanon en 120 sch. per hw. 5). F. K. 16 of F. K. 96/16. 6). Hierbij wel te bedenken, dat in andere landen het bergkanon niet dezelfde plaats inneemt als bij ons, waar het een zuiver onderdeel van de Divisieartillerie vormt (alleen Engeland heeft ook een dergelijk kanon). Uit dit staatje zou de conclusie te trekken zijn, dat onze muni tieuitrusting zeer ruim is, doch men bedenke hierbij, dat de cijfers bij de Europeesche landen berusten op een veel sterkere doteering aan artillerie dan bij ons (zie Bijlage II) en dat in ge noemde rijken achter de Divisieartillerie nog legerkorpsartillerie en legerartillerie staat. 1050 Direct beschik baar per2)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 58