a. Gevechtsbatterij per stuk 8 munitiedraagpaarden64 proj. b. Gevechtstrein per stuk 4 munitiekarren128 proj. totaal per stuk 192 proj. Zooals wij op biz. 1055 reeds opmerkten, dient tusschen de gevechtsbatterij en de munitieco lonne een schakel gevormd te worden om ge beurlijke grootere afstanden tot de autowegen te overbruggen en om de beschikbare hoeveel heid munite in de batterij te verhoogen. Draag- paarden zijn bij munitieaanvoer niet economisch, daar zij slechts 8 proj. kunnen dragen 1 kar vervoert evenveel als 4 paarden en vereischt slechts de helft van het aantal geleiders en paardenworden de paarden voor deze karren opgetuigd als draagtrekpaarden, dan kunnen alle zich voordoende moeilijkheden gemakkelijk over wonnen worden. c. Lichte munitiecolonne Mede te voeren per stuk108 proj. d. i. 12 X 108 1296 proj. 324 kisten, 300 proj. vervoerd op auto's van 1.35 ton 324 28 bijna 12 auto's, te verdeelen in 3 groepen van 4 auto's, met de volgende belading 1 auto met Gn., 1 auto met G. Kn., 2 auto's met Gn. en G. Kn. Bovendien nog 1 reserveauto. d. Divisieautocolonne Mede te voeren per stuk150 proj. d. i. 12 X 150 1800 proj. 450 kisten, vervoerd op auto's van 2 ton 450 45 10 auto's. 2) Totaal in de Divisie per bergkanon 450 proj., waarvan 225 Gn. en 225 G. Kn. Houtwitsers Mede te voeren per stuk 300 proj. (250 Gn. en 50 G. Kn.) 1057 28 X 38.5 1078 kg. 2). 45X38.5= 1732.5 kg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 65