a. Gevechtsbatterij
per stuk op den trekauto 2 kisten (2 Gn. 2 G. Kn.) 4 proj.
per stuk 2 munitieauto's van 2 ton
2X36 72 kisten (per stuk 121 Gn, 23 GKn) 144 proj.
totaal per stuk 123 Gn. 25 G. Kn. 148 proj-
b. Lichte munitiecolonne
Mede te voeren per stuk 43 Gn. 9 G. Kn. 52 proj.
d. i. 12X52 624 proj. 312 kisten, 200 proj.
vervoerd op auto's van 2 ton 312 38 2) 8 a 9
auto's, waarvoor te nemen 9 auto's,
te verdeelen in 3 groepen a 3 auto's,
met de volgende belading
2 auto's met Gn. 152 Gn.,
1 auto met 20 Gn. 4- 36 G. Kn.
Bovendien 1 reserveauto.
c. Divisieautocolonne
Mede te voeren per stuk 84 Gn. 16 G. Kn.
d. i. 12 X 100 1200 proj. 600 kisten,
vervoerd op auto's van 2 ton 603 38 16
auto's (waarvan 8 met 37 kisten)
Totaal in de Divisie per houwitser
waarvan 250 Gn. en 50 G. Kn
De lichte munitiecolonnes zijn dus sterk
bij de afd. veldart.10 auto's van 2 ton,
bij de afd. bergart.13 auto's van 1.35 ton en
bij de afd. houwitsers: 10 auto's van 2 ton;
terwijl de sectie artilleriemunitie bij de Divisieautocolonne bestaat
uit
a. bij een indeeling van 1 afd. veld 1 afd. berg 1 afd. houw
een groep munitie voor de veld =13 auto's
een groep munitie voor de berg =10 auto's van 2 ton
een groep munitie voor de houw.16 auto's
totaal 39 auto's 4 res. 43 auto's
b. bij indeeling van 2 afd. berg 1 afd. houw.
2 groepen munitie voor de berg 20 auto's +on
een groep munite voor de houw. 16 auto's
totaal 36 auto's 4 res. 40 auto's.
100 proj.
300 proj.
36X45 1620 kg.
2). 38X45 1710 kg.
1058