meer uitgebreid dient te zijn. Bij het Veldleger kan hierin bijv. worden opgenomen A. De vaststelling der „aanvoerlijnen" voor de verschillende hoofdonderdeelen. B. De aanwijzing van de Aan- en Afvoerstations voor de ver schillende benoodigdheden (levensmiddelen, bedrijfsstoffen, zieken en gewonden, munitie, materialen). C. De „dagelijksche" aanvoeren t. b. v. den a. artilleriedienst (wapening en leergoed, hoefijzers), b. geniedienst (pioniergereedschap, macadam voor wegher- stelling), c. transportdienst (motorbedrijfsstoffen, banden), d. geneeskundigen dienst (genees- en verbandmiddelen), e. diergeneeskundigen dienst (herstelde paarden, genees- en verb, middelen), f. intendancedienst (levensmiddelen, paardenvoer, houtskool, kleeding en schoeisel, velduitrusting). D. De „dagelijksche" afvoeren t. b. v. den: a. artilleriedienst (te herstellen wapening en leergoed), b. geniedienst (defect pioniergereedschap), c. transportdienst (ledige pakmiddelen, oude banden), d. geneeskundigen dienst (zieken), e. diergeneeskundigen dienst (zieke paarden), f. intendancedienst (ledige pakmiddelen, defecte kleeding, schoeisel en velduitrusting). E. De „bijzondere" aan- en afvoeren t. b. v. den a. artilleriedienst (aanvoer van munitie, afvoer van ledige munitiekisten en hulzen), b. geneeskundigen dienst (aanvoer van ongebluschte kalk, afvoer van gewonden). c. geniedienst (materialen). F. Voorschriften betreffende den aan- en afvoer van cantine- goederen, geldmiddelen, veldpost, krijgsgevangenen en buit.2) Bij dit plan voor den A. en A. wordt tevens opgemaakt een „Transportregeling"waarin bij het Veldleger kan worden op genomen 1063 Waaronder ook te verstaan de „vaste periodieke". 2Wij zijn hier wat uitvoerig op ingegaan om wellicht overbodig aan te toonen, hoeveel zaken een nauwkeurige regeling vereischen; er heerscht bij ons over het algemeen een zekere vrees om teveel te regelen, met gevolg dat er veelal te weinig geregeld wordt en daar de nadeelen hiervan in vredestijd niet tot uiting komen, wordt het gevaar daaraan verbonden, dikwijls niet ten volle beseft; bestudeering van den wereldoorlog ook in dit opzicht is dringend noodzakelijk; dat ons leger klein is, doet minder ter zake, het aantal te regelen zaken is dikwijls onafhankelijk van de troe pensterkten,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 71