ad. 1. In dit geval is de aanvulling zeer eenvoudig en verdient
het aanbeveling, dat de Afd. Cdt. bepaalt, dat de gevechts
batterijen rechtstreeks uit de 1. mun. col. aanvullen (indien
de tactische omstandigheden zulks toelaten). De munitie van
den G. T. wordt dan niet aangesproken, het personeel en de
paarden van den G. T. worden niet onnoodig vermoeid en
bij stellingverandering naar minder toegankelijke stellingen
is een onaangebroken voorraad munitie direct beschikbaar.
Een gebeurlijke kleine afstand tusschen de stellingen en de
auto's der mun. col. kan in dit geval overbrugd worden door
de munitiepaarden van de gevechtsbatterij. De aanvulling der
auto's kan op gelijke wijze geschieden als omschreven bij
de houwitsers.
ad. 2. Hierbij dient een overlaadplaats ingeschakeld te worden.
De gang van zaken kan hierbij als volgt zijn
In de stelling wordt de door den batterijcommandant be
paalde hoeveelheid munitie van de munitiepaarden der G. B.
afgeladen. Deze paarden worden daarna op een beschutte plaats
dicht bij de stelling opgesteld. De G. T. bevindt zich op een
door den batterijcommandant bepaalde plaats en rukt op diens
nader bevel op naar de stelling, en geeft aldaar de benoodigde
munitie af tegen ontvangst van kisten met verschoten hulzen.
De daarmee beladen karren begeven zich naar de opstellings
plaats van de 1. mun. col. (groep) en ontvangen aldaar op
bevel van den Cdt. der col. (groep), die weer handelt op last
van den Afd. Cdt. (col. Cdt.), tegen afgifte van de kisten met
verschoten hulzen, nieuwe munitie, waarna zij zich weer naar
de aanvankelijke opstellingsplaats begeven.
ad 3. In dit geval zullen de munitiepaarden der G. B. als schakel
moeten optreden tusschen den G. T. en de stelling. Overi
gens kan nagenoeg dezelfde werkwijze gevolgd worden als
onder ad 2.
c. Veldartillerie.
Hierbij geschiedt de aanvulling op gelijke wijze als bij de
houwitsers, m. d. v. dat rekening gehouden dient te worden
met het verschil in capaciteit tusschen de munitieauto's van
de 1. mun. col. en die der G. Bn.
Zooals men ziet vereischt een goede munitieaanvulling tal
van nauwkeurige regelingen, niet alleen van de zijde van
den D. A. C., doch ook van de zijde van de Afd. Cdtn. Het
komt ons dan ook noodzakelijk voor om in de afdeelings-
staven, evenals in den regimentsstaf een officier op te nemen,
die speciaal belast wordt met de verzorging van alle muni
tieaangelegenheden. De behoefte aan een dergelijken functio
naris zal in Hoofdstuk II nog nader aan het licht treden.
1069