In dit hoofdstuk moge ook gebleken zijn, dat de algemeene bevelhebber bij den opzet van zijn operatiën terdege rekening moet houden met de mogelijkheden, welke de munitieaanvulling bij de artillerie biedt. Aangetoond is, dat, wanneer men in den voormiddag met den vijand in gevecht komt, voor dien dag hoogs tens gerekend kan worden op de aanvulling van 1 regimentsrant soen munitie, waardoor het totaal aantal beschikbare projectielen gebracht wordt op 570 per veld- en bergkanon en 390 per houwit ser, welk aantal zeer hoog lijkt, doch waarbij wel bedacht moet worden dat de toestand voor den volgenden dag veel ongunstiger wordt. Immers, gedurende den nacht kan nog slechts 1 regiments rantsoen worden aangevuld, zoodat de 2e gevechtsdag aangevangen wordt met 690 projectielen per veld- en bergkanon en 480 pro jectielen per houwitser, verminderd met de op den lsten gevechtsdag verschoten voorraad, hetgeen neerkomt op een gemiddelde per dag van 345 per veld- en bergkanon en 240 per houwitser. Volgt de 3e gevechtsdag direct op den 2en, dan wordt de toe stand nog ongunstiger. Het gemiddelde per dag daalt dan tot 310 per veld- en bergkanon en 220 per houwitser, waaruit volgt, dat, indien meer munitie noodig is, speciale transportmiddelen ter beschik king gesteld zullen moeten worden. Houdt men nu nog rekening met de mogelijkheid, dat aanvoer door 's vijands inwerking of andere omstandigheden niet steeds met de regelmaat van een klok zal verloopen, dan behoeft de op blz. 1049 cursief gedrukte zinsnede geen nadere verdediging. Het is voor ons artilleristen een dure plicht om naast de studie welke het technische schieten vereischt, ook de volle aandacht te besteden aan het probleem van de munitieaanvulling en dit pro bleem niet alleen theoretisch nauwkeurig te bestudeeren, doch ook practisch te beoefenen. Behalve de daarvoor noodige de tailoefeningen in het garnizoen zou wellicht bij volgende O. I. A. T. door de afdeelingen het volgende systeem toegepast kunnen wordenPer afdeeling wordt uitgebrachtde Afd. staf, de batterijstaven en 1 batterij, welke dan zoo volledig mogelijk dient te zijn. Door de Afd. houwitsers en door de Automobielcie. worden auto's beschikbaar gesteld voor het formeeren der 1. mun. cols. (zij het ook op bescheiden schaal), terwijl op de Av. pl. een in de tactische omstandigheden passende hoeveelheid munitie wordt gereedgesteld. De munitieaanvulling wordt dan volledig beoefend met behulp van marschprojectielen en een volledig stel kisten, terwijl voor het munitiepersoneel op de aan vullingsplaats en bij de 1. mun. cols. een beroep wordt gedaan op personeel van de infanterie. In hoeverre dit systeem met de in de toekomst aanwezige mid delen uitvoerbaar zal zijn, kunnen wij thans niet beoordeelen. Wij opperen slechts een suggestie, in de hoop daarmede belangstelling te wekken voor dit zoo moeilijke en belangrijke probleem. Wordt vervolgd). 1070

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 78