thyldick heeft een weinig zwakkere werking dan de aethylverbin- ding, doch is vluchtiger waardoor bij de springpunten hooge concentraties ontstaan en de zwakkere werking van de stof geneu traliseerd wordt. Methyldick werd, evenals de meeste oorlogsgassen, reeds in de 19e eeuw ontdekt nl. in 1858 door A.v. Baeyer. Toen reeds waren, volgens Professor Mayer, de sterk prikkelende eigenschappen van de stof bekend. Reeds bij 2 mg./Kub. m. worden neusprikkelingen waargeno men, die zich tenslotte op pijnlijke wijze tot in de borst uitbreiden. Bij sterkere concentraties wordt de prikkel heftiger en van lange- ren duur. Bij 20-25 mg./Kub. m. is een verblijf van 1 min. onverdraaglijk en wordt hiervan gedurende 24 uren ernstige last (pijn in de borst en ademnood) ondervonden. Bij nog sterkere concentraties treden zware longaandoeningen op, die den dood tengevolge kunnen hebben. Methyldick is blaartrekkend, doch in vergelijking met die van mosterdgas zijn de wonden goedaardig. In de practijk zal methyldick in voorste lijn in granaten en vliegerbommen te verwachten zijn. Volgens Dr. Müller heeft methyldick geheel het karakter van groenkruis (dus evenals Dick) Het is een kleurlooze waterheldere vloeistof, weinig persistent (kookpunt 133°) en reeds bij 20°C., 75 gr. /Kub.m. vluchtig. Bij het verschoten projectiel zal het grootste gedeelte van den gas- inhoud in een gaswolk overgaan. Vergast terrein kan bij warm weder na 1 uur, bij koud weder na 2—3 uren worden betreden e. e. a. natuurlijk afhankelijk van het totaal aantal verschoten pro jectielen en den tijd waarin deze verschoten werden. 1079 lijk 98%, 96%, 65%, 53% of 47% dichloormethylaether. Evenals bij geelkruis (mosterdgas) wordt de stof bij het inademen niet waargenomen. In wezen echter onderscheidt de stof zich in zooverre van mosterdgas, dat zij geen blaartrekkende werking op de huid uitoefent (hieromtrent zijn de mee ningen verdeeld: Dr. Muller vermeldt geen, Dr. Hanslian wel blaartrekkende werking) en dat geen latente periode van uren aanwezig is. De inwerking op de neus, mondholte en borst doet zich onmiddellijk gevoelen. Bij het inademen van kleine hoeveelheden gedurende zeer korten tijd (1 minuut) is de man tengevolge van ademnood en pijn op de borst 124 uren buiten ge vecht gesteld, terwijl het inademen van grootere hoeveelheden den dood tengevolge heeft. In het geval dat het gasmasker in beschermingsstelling moet worden gedragen, nadat reeds kleine hoeveelheden werden ingeademd, is ophouden van het masker, vanwege de prikkelverschijnselen, onmogelijk. De stof is in het terrein minder persistent dan mosterdgas en kan ook gebruikt worden in gevallen dat de eigen troepen het vergaste terrein na de be schieting moeten betreden. Na afloop van de beschieting is het terrein (e.e,a. is natuurlijk afhankelijk van de concentratie) in den zomer na 1 uur, in den winter na 2 uren zonder beschermingsmiddelen begaanbaar. Uit het vorenstaande blijkt dus dat geelkruis 1 zich gastechnisch gedraagt als groenkruis (mengsel van chloorpikrine en diphosgeen) en niet als geel kruis (mosterdgas).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 87