1. BIJ DE OVERNAME VAN DE REDACTIE.
Bij het schrijven van dit woord ter inleiding gaan onze ge
dachten in de eerste plaats uit naar den thans afgetreden redac
teur, onder wiens bekwame leiding 50 nummers van ons tijdschrift
het licht zagen.
Wij meenen uit naam van alle leden van de Indische Krijgs
kundige Vereeniging en verdere lezers van het Indisch Militair
Tijdschrift te spreken, wanneer we den kortelings met verlof
naar Nederland vertrokken functionaris dank brengen voor den
velen arbeid, welken hij, naast zijn drukken werkkring, gedurende
de ruim 4 jaren van zijn redacteurschap als leider en als schrijver
van belangwekkende bijdragen voor ons periodiek heeft verricht.
Bewust van de verantwoordelijkheid, welke ons werd opgelegd,
hebben we met eenigen schroom de uitnoodiging van het Bestuur
der I. K. V. om de leiding van het I. M. T. op ons te nemen
aanvaard.
We genieten echter het voorrecht ondanks den druk der tijden
een kerngezond tijdschrift over te nemen en zullen ons beijveren
het te handhaven op het bereikte peil.
Zonder den steun van de medewerkers het werd reeds bij
herhaling opgemerkt kan evenwel ons tijdschrift niet bloeien;
wij roepen daarom gaarne veler medewerking in.
Wij meenen bij dit inleidend woord den nood der tijden niet
stilzwijgend te kunnen voorbij gaan. Deze nood noopte ook tot
sterke versobering laat ons hopen slechts een tijdelijke op
de middelen, welke der weermacht voor de vervulling van haar
belangrijke taak ten dienste staan. Dat dit echter geen reden zij
tot ontmoediging, tot verflauwing van de belangstelling voor de
militaire wetenschappen. Integendeel, moge daarin eer een prikkel
gevonden worden om waar een quantitatief tekort mocht bestaan,
er met te meer ernst naar te streven om dat waar mogelijk door
verhooging van de innerlijke waarde te vergoeden.
Ook het I. M. T. heeft hierin een taak.
Wij aanvaarden de redactie met de verzekering, dat daaraan
mede te werken tot heil van ons Leger bij de leiding van dit
tijdschrift ons immer richtsnoer zal zijn
995