5. HET WAPEN VAN DE ARTILLERIE IS HET PROJECTIEL. door J. J. mojet, lste Luitenant der Artillerie. In het I.M. T. 1932 No. 8 verdedigt de Luitenant-Kolonel der Artillerie J. Dormaar in een interressante beschouwing de stelling „het wapen van de artillerie is het projectiel". De juistheid van deze stelling zal wel niemand kunnen bestrijden, doch het is de vraag, of de consequenties, welke verbonden zijn aan het aanvaarden dier stelling, wel steeds voldoende in het oog worden gehouden. Deze consequenties worden op treffende wijze tot uiting gebracht in bovenaangehaald punt van het G. V. Mob, A, Yielk punt wij dan ook als motto willen nemen voor de onder staande beschouwingen. Hierbij zullen wij achtereenvolgens behandelen a. de munitieaanvulling zoowel op als achter het gevechtsveld en b. de tactische inzet van de munitie in verband met de muni tie-aanvulling. HOOFDSTUK I. De munitieaanvulling bij de artillerie. Het ongedacht groote verbruik van artilleriemunitie in den wereldoorlog heeft het probleem van de munitieaanvulling dermate op den voorgrond geplaatst, dat dit zelfs een beslissende factor is geworden bij den opzet der operatiën. 1048 Slechts die artillerie, welke op het juiste oogenblik over voldoende munitie beschikt, kan haar volle kracht ont plooien. Tijdige aanvulling der munitie is dus een noodzakelijke eisch om dit wapen doeltreffend te kunnen gebruiken. O. V. Mob. A., punt 92 (1) In een volgend artikel zullen wij de munitieaanvulling bij de infanterie behandelen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 56