Bij afwezigheid van ingetogenheid en moed wordt men door
de wereld veracht, kan men met niemand omgaan. Zelf zijn geheele
leven tot een ellende te maken is dom. Komt er op een gegeven
moment zoo'n slechte geest onder de militairen dan verspreidt
die zich als een besmettelijke ziekte, dan lijdt het geen twijfel
of de moraal van den Samurai en de soldatengeest zullen plot
seling omlaag gaan.
Wij maken ons over zoo iets bezorgd en daarom hebben wij
vroeger reeds, ter waarschuwing, bepalingen betreffende verwij
dering uit het leger uitgevaardigd en omdat wij ons bezorgd
maken dat zoo iets misschien wel weer kan gebeuren, waarschu
wen wij wederom.
Gij militairen, gij allen moeten deze waarschuwing ter harte
nemen.
De militairen mogen de voorgaande 5 artikelen geen oogenblik
uit het oog verliezen, integendeel, het is van het grootste belang
dat zij die met geheel hun hart nakomen,
Die 5 artikelen maken onzen militairen geest uit en ook wijzen
zij op een toewijding met geheel het hart. Is die toewijding niet
aanwezig, dan zijn mooie woorden en goede daden slechts een
vernisje dat aan de oppervlakte zit en niets waard is. Doet men
iets met toewijding dan is succes verzekerd. Maar ook zijn deze
5 artikelen feitelijk slechts algemeene plichten die ieder mensch
moet vervullenhet is ook niet zoo moeilijk zich daaraan te
houden en ze toe te passen.
Gij militairen, indien gij u houdt aan hetgeen die 5 artikelen
u zeggen en trouw uw plicht doet tegenover het land, dan zal
het een vreugde zijn, niet alleen voor ons maar voor het geheele
volk van het Japansche rijk.
Door den tegenwoordigen Keizer is den 28en December 1926
het navolgende edict uitgevaardigd.
Wij die door de goddelijkheid van onze voorvaderen den in
een nimmer onderbroken lijn overgeganen Keizerlijken troon zul
len beklimmen, deelen aan onze trouwe militairen van Land- en
Zeemacht het volgende mede.
Door wijlen mijnen doorluchtigen voorvader, den stichter van
het rijk zijn, u, militairen, reeds heilige voorschriften gegeven
door wijlen mijnen doorluchtigen vader is zulks weder opnieuw
geschied. Gij militaiien, gij hebt die zorgvuldig in acht genomen,
vaak hebt gij uw trouw getoond door zelfopoffering en groote
daden van loyaliteit en patriotisme. Wij weten dat de vroegere
Keizers het leger liefhadden en met zorg maakten tot wat het nu
is, geheel rekenden op uw trouw en moed, wij geven ons ten
volle rekenschap van de nagelaten verdiensten van de opvolgende
Keizers en wij verlangen niets anders dan de nationale glorie
10