zer wapens buiten beschouwing laten en ons beperken tot de
munitie der handvuurwapenen, km's. en mitrs., en de handera-
naten.
Bij de vaststelling der munitieuitrusting dient eerst overwogen
te worden uit hoeveel „dagvoorraden" men deze wil doen be
staan, om daarna na te gaan hoe deze munitie over verschillen
de echelons kan worden verdeeld.
Als dagvoorraad wordt aangenomen het hoogste gemiddelde
verbruik, dat blijkens de ervaring in een ernstig gevecht in den
bewegingsoorlog voor groote operatieve eenheden per dag be-
noodigd is geweest.
Dit verbruik hangt af van den aard van het gevecht en in niet
geringe mate van de vuurdiscipline. Het is bovendien een bewe
zen feit, dat hoe goed de vuurdiscipline ook moge zijn, het ver
bruik bij troepen welke den vuurdoop ondergaan veel grooter is
dan bij reeds meer in gevecht geweest zijnde troepen. Men zal
er dus rekening mee moeten houden, dat het verbruik in het be
gin van den oorlog grooter zal zijn dan in de volgende phasen
van dien krijg. F
Voor de berekening van een dagvoorraad dient men zich ech
ter te baseeren op gemiddelden en betrouwbare gegevens hier
omtrent levert alleen de ervaring.
De wereldoorlog heeft t. a. v. dit gemiddelde verbruik tal van
gegevens opgeleverd, welke echter niet zonder meer aanvaard
mogen worden, daar zorgvuldig dient te worden nagegaan, op
welke soort van gevechten zij betrekking hadden en onder wel-
omstandigheden en in welke terreinen deze plaats vonden.
Uit de desbetreffende literatuur zullen wij alleen vermelden de
cijfers welke in I. K. V. No. 75 op blz. 68 gegeven worden, daar
deze cijfers op gedegen berekening berusten en rekening houden
met onze omstandigheden en onze terreinen
Per karabijn (geweer) met 100 patr. taschvoorraad 85 patrn
Per karabijn (geweer) met 30 patr. taschvoorraad
Per karabijnmitrailleur
Per mitrailleur
Per pistool
Per cie. met veldhandgranaten
Aangezien het Overzicht Wapening en Munitie sinds het ver
schijnen van genoemd boekwerk eenige wijzigingen heeft onder
gaan, behoeft bovenstaand staatje uitbreiding. Ook zouden wij
voor onze omstandigheden in enkele der genoemde getallen wijzi
ging willen brengen. De geringe uitrusting onzer infanterie aan
automatische wapenen, alsmede het feit, dat wij op grootere
fronten zullen moeten vechten dan in europeesche verhoudingen
het geval is, zijn oorzaak dat onze automatische wapenen veel
meer zullen moeten vuren en dat bij ons een grooter beroep
22
20 patrn.
2250 patrn.
7200 patrn.
18 patrn.
35 hgrn.
A 1JÖ* 1