lo. de kwetsbare centrale instrumenten zijn minder blootgesteld
aan vijandelijke aanvallen, die op de batterij zijn gericht;
2o. de metingen van den centralen post worden niet bemoeilijkt
door rook, stof, e. d., veroorzaakt door eigen vuur en vijan
delijke projectielen;
3o. de bediening van de centrale instrumenten kan onder de
gunstigste omstandigheden geschieden
4o. men is minder gebonden bij de keuze van de plaats en de
wijze van camouflage van de batterijstelling, daar men van
hieruit geen vrij gezichtsveld behoeft te hebben.
Als nadeelen van de gescheiden opstelling moeten worden
aangemerkt
lo. er zijn lange, kwetsbare verbindingen noodig
2o. er moet worden gecorrigeerd voor parallax, wat aanleiding
kan geven tot complicaties en fouten
3o. het toezicht op commando-groep en batterij kan niet gelijk
tijdig door één officier worden uitgeoefend.
B. ALGEMEENE BEGINSELEN VAN LUCHTDOEL-VUURLEI-
DINGSYSTEMEN
1. Inleiding.
De centrale commando-groep heeft tot taak het doorloopend
bepalen van de schietgegevens, zijndeschootsrichting, elevatie
en tempeering Hiertoe worden achtereenvolgens voortdurend
bepaald
lo. de ligging van de meetplaats
2o. de snelheid van het doel, d. z. verticale en horizontale hoek-
snelheid, dan wel de hieruit afgeleide lineaire snelheid
en koers
3o. de ligging van de trefplaats, in verband met den vluchttijd
voor dat punt
4o. de schootstafelgegevens van trefplaats, zijnderichthoek
c. q. elevatie, tempeering, correctie-derivatie en de correc
ties voor abnormale ballistische en atmosferische invloeden.
Uit deze gegevens vindt men tenslotte
5o. de schietgegevens.
De commando-groep moet beschikken over de noodige richt
en rekentoestellen, welke op de volgende wijzen met elkaar in
verbinding kunnen staan
45
Wordt, naast toepassing van indirecte richtwijze, ook mogelijkheid van
directe richting geëischt, dan moeten tevens de zijdelingsche en verticale voor-
houdhoek, de laatste met inbegrip van den richthoek, worden bepaald.